donderdag 21 januari 2016

House of Cards

Je plaatst jezelf een beetje in de positie van God, bedacht ik ineens. Wanneer je een tv-serie die door de tijd heen een aantal jaren beslaat, niet chronologisch bekijkt. Ik doe dat al jaren. Niet met opzet, maar omdat ik van de bieb afhankelijk ben voor de aanlevering. Als dan een later seizoen er eerder is dan het eerste, tja, dan kan ik het niet laten om die te gaan bekijken. Anders duurt het eeuwen eer je alles ziet, dus dan heb ik liever de eeuwigheid van als het ware buiten de tijd staan van de personages die je volgt.

Nu is dit het geval voor mij bij House of Cards. Meerdere mensen in mijn omgeving waren zeer enthousiast, dit moet je gezien hebben, dus ik reserveerde de drie seizoenen bij de bieb en als eerste kwam seizoen twee binnen. Door de mondelinge overlevering wist ik al dat het ging om een zeer op macht belust stel rondom het Witte Huis, dat alles op alles zet om het tot president te kunnen schoppen. Ze doen vreselijke dingen en toch kun je ze niet onsympathiek vinden, was de boodschap.

Het stel heet Francis en Claire, een beetje gek, want dat zijn dus Franciscus en Clara, hoe ironisch om hen zo te noemen, naar die twee die alles op alles zetten om te leven in armoede en eenvoud. Het is een gek stel, ze zeggen regelmatig in hun donker gemaakte huis dat ze van elkaar houden, maar tegelijk weet ik het allemaal zo net nog niet, als kijker.

Omdat ik deel drie ook al bekeken heb, weet ik dat Claire er uiteindelijk ook aan twijfelt en wilt scheiden. Ik weet dat hij de journaliste die hij zijn spreekbuis laat zijn in seizoen eén waar ik nu dan eindelijk ben beland en  die zijn dochter had kunnen zijn en waar  hij ook sex mee heeft, wat Claire heel gewoon lijkt te vinden, in het begin van seizoen twee heeft vermoordt.

Waarom blijf ik kijken, vraag ik me regelmatig af. Nee, niet omdat ik meeleef met Francis en Claire. Ik vind ze soms huiveringwekkend in...? Hun mensenkennis, wellicht. Hoe ze exact weten hoe ze anderen om hen heen kunnen bespelen, hoe ze willens en wetens om elkaar heen draaien. Ik weet het niet precies.

Misschien is het toch een beetje als naar de dierentuin gaan en geintrigeerd raken door de apenkolonie aldaar. Weten dat je er van afstamt en het tegelijk niet helemaal kunnen geloven. En steeds maar beseffen dat alles, uiteindelijk is, zoals de serie heet: een kaartenhuis.