woensdag 28 september 2016

Levendige links

Kunstenaarscollectief Ruangrupa
Het is wel een verdrietige constatering. Meerdere mensen in mijn omgeving, die korter of langer in kloosters verbleven, soms jarenlang of delen van het jaar, dus niet als gast (en  daar begint het al mee), hebben de ervaring dat er uiteindelijk nooit een communicatie op gang komt die getuigt van gelijkwaardigheid en wederzijdse betrokkenheid.

Gisteren zei ik tegen iemand: het lijkt alsof je een verhouding begint met  iemand die getrouwd is, maar dan niet met één ander, maar met zoveel individuen als een communiteit telt. Je bent solidair, je hoort de diverse belevingen, maar als het erop aankomt en je blijkt zelf ook een stem te hebben, dan sluiten de geledingen zich. Het is net al de positie van een minnares: het is vanzelfsprekend dat je meeleeft met je minnaar, maar die heeft nog dat eigen leven en jij hebt je daarnaar  te schikken.

Je zou dus kunnen concluderen, dat het voor leken geen goede zaak is om je diep verbonden te voelen met een kloostergemeenschap. Zo'n gemeenschap heeft, naast de uitstraling naar buiten: een plek van geloof, religiositeit en spiritualiteit zijn, waar je het maar druk mee hebt, in feite genoeg aan zichzelf: aan de eigen beslommeringen en sores.

Waar kun je dan heen, als leek? Ik geloof steeds meer dat het aan jezelf is, om de bron waaruit je leeft zelf vorm te geven: te zoeken naar momenten en plekken die je voeden en inspireren. Dat kán ook een klooster zijn... natuurlijk.  Zoals dat in feite ook geldt voor elke kloosterling: je blijft zelf verantwoordelijk voor je eigen groei: dat je met beide benen op de grond staat, tegelijk met de handen gericht naar de hemel. Ik dacht daarbij, dat het gemeenschapsleven bedoelt is als groeiplek: de tuin waarin je tot bloei komt.

Zo ben ik op de een na laatste dag dat het nog mogelijk was, naar Sonsbeek '16 gegaan: die transACTION heette en de curator was een Indonesisch kunstenaarscollectief dat Ruangrupa heet en bestaat uit veertig kunstenaars, schrijvers, historici. Alleen daarom al, met mijn half Indonesische wortels, wist ik begin juni al, dat ik per se zou gaan kijken. Het beeldvignet bestaat uit luciferhoutjes: heel, gebroken, half-verbrand en aangestoken. Centraal voor de werkwijze van Ruangrupa is de gemeenschap, uitwisseling en vriendschap; je bent mens in een maatschappij: kunst is geen eilandje op zich. Dat is hun uitnodiging aan kunstenaars: maak iets waar mensen  aan kunnen deelnemen, zo word je vanzelf alert dat een gemeenschap nooit op zichzelf staat, maar deel is van een nog groter geheel.

En in mijn Wijkcentrum stond ik bij de geboorte van een nieuwe groep die zich Levendige Links noemt. Hun vignet bestaat uit tien handen die elkaar bij de pols vasthouden en zo samen een cirkel vormen. Ze willen mensen met sociale en fysieke beperkingen bij elkaar brengen en laten mixen met 'gewone' mensen. Ervaring, Kracht, Herstel: Samen doen! is hun motto. Zo'n houding gun ik elke kloosterling, die vaak wel sterke handen in de lucht weet te strekken, maar soms weinig naar elkaar en daarbij  met beide voeten op de grond blijven staan.