donderdag 29 september 2016

Reis-rijst-tafeltje

Ik ben in nostalgische stemmingen. Dat komt waarschijnlijk door al die nieuwe spullen van Vader en Moeder in mijn huis, zodat je ook weer met nieuwe ogen kijkt naar je eigen spullen. Omdat je ze moet herschikken, om ook plaats te maken voor dat andere.Dus de herinneringen buitelen over me heen. Ik zelf heb toch ook heel wat spullen die ik meenam van verre reizen. Alleen moesten ze klein zijn en handelbaar, passend in een rugzak, waarmee ik toen nog op reis ging.

Het grootste wat ik ooit heb meegenomen, is een langwerpig  plastic vitrinekastje met bovenop de woorden: relative time en het getekende hoofd van Einstein op en getekend horloge, die ik vond bij het grof vuil bij de grootste boekhandel van Seattle. En daarin zitten nu schelpen van over de hele wereld: maar vooral die uit Fiji. Dat is eigenlijk de verste exotische bestemming die ik bereisd heb. Het was indertijd een stop-over mogelijkheid van een retour naar Nieuw Zeeland.

Ik bedacht me, dat ik zou kunnen gaan reizen naar de herkomst van de spullen die ik nu van Vader en Moeder heb. Een houten beeldje van Paaseiland, een klein aardewerken figuurtje uit Columbia, enzovoort. En dat ik dan geen souvenir mee terug hoef te nemen, want die heb ik thuis dan al. En naar IndonesiĆ« natuurlijk;  het land van herkomst, ook ik had tot mijn 28ste een Indonesisch paspoort.

Al met al bracht het me in de stemming om Indonesisch-achtig te gaan koken voor de boekenclub die morgen komt. Daar hoort bij dat je al een dag van tevoren begint, want een rijsstafel-achtig iets, dat zijn meerdere gerechtjes bij witte rijst. Dus vanochtend maakte ik 'mais-frikandel', zoals mijn oma dat noemde: koekjes van mais en fijngesneden prei, in de olie gebakken. En ik maakte vast kerrie-eitjes en dat wordt dan een geel eitje naast een bruin eitje, want ik ga ook nog Babi Ketjap maken: gesneden speklapjes met veel knoflook en versgemalen nootmuskaat, een snufje kaneel en dat heel lang, tezamen met hardgekookte eitjes met sneetjes erin, laten sudderen.

En dan komt er nog iets atjar-achtigs bij: komkommer in azijn met suiker, en boontjes gekookt in kokosmelk, en dan twee soorten kroepoek. Misschien nog worteltjes in citroen, met wat gekonfijte gember erdoorheen. Dan visualiseer ik daarmee een kleurig bordje eten. Het is zo kleurig, als dat ik ervaar dat mijn afkomst is; een soort eerbetoon dus aan  mijn  niet-Nederlandse, niet-Europese afkomst. Alhoewel ik me nu ook geheel Nederlands en Europees voel. Zo ging  het leven...