vrijdag 1 september 2017

Je ziet me nooit meer terug

Dat ik alweer een week thuis ben. Vorige week rond deze tijd landde het vliegtuig. Thuis is het fijn om lekker geconcentreerd in de tuin een boek te lezen. Vanmiddag sloeg ik, na twee dagen Je ziet mij nooit meer terug dicht, de memories van Sonja Barend. De titel zijn de laatste woorden die haar Joodse vader uitsprak, toen hij werd opgepakt, terwijl zij als kind in haar bedje sliep.

Haar moeder heeft hem zó meegegeven, lijkt het,; Is Uw man thuis? Ja, zei ze meteen en alhoewel hij wel een schuilplaats had in het naaihok, was dit er niet aan de pas gekomen. Sonja Barend fantaseert, hoe anders haar leven misschien was geweest, als haar moeder alerter was geweest en de twee ophalers om de tuin had geleid. Dan komt ze er ook nog achter, dat haar moeder al scheidingspapieren had aangevraagd, en het haar dus wellicht uitkwam, dat hij niet terugkeerde...

Haar moeder is tegelijk een zorgzame, heel warme vrouw, heel tevreden met haar leven in Amsterdam, ze wordt regelmatig geciteerd uit het mooie dagboekje dat Sonja Barend haar eens gegeven had, in de hoop dat ze zo achter het gevoelsleven van haar moeder zou kunnen komen. Maar het boekje blijkt vol zonnige verhalen, vol liefde voor haar kinderen en kleinkinderen.

Opvallend vond ik dat: hoezeer Sonja Barend haar vader zou willen kennen, weten hoe hij is, hoe hij dan precies gestorven is, misschien toch prettiger dan in een gaskamer in Auschwitz, maar dat het meest waarschijnlijk is, hoe ze hem toch vooral romantiseert, dat weet van zichzelf, en haar leven lang vragen blijft stellen over hem, geen echte antwoorden vindt: zij die zó goed was in vragen stellen; het lukte haar niet om haar eigen moeder te openen.

Dan de toch wel gruwelijke gebeurtenis, vind ik, dat haar moeder een 'klein misje' kreeg bij haar overlijden, zoals ze dat graag wilde, maar dat de priester dan zeer betekenend meldt dat haar moeder hem nog een geheim heeft toevertrouwd. Als Sonja Barend daarna langs hem gaat, weigert hij te vertellen wat het is, hij houdt zich aan het biechtgeheim. 'Waarom meldt je het dan, als je toch niet van plan bent om erover te vertellen?, vraagt ze terecht. En de priester zegt niks meer.

De concreetheid van haar stijl, het met aandacht beschrijven van de omgeving, voorwerpen uit die tijd, het voedsel dat haar moeder maakte,manieren van doen: de sfeer van Amsterdam in de zestiger, zeventiger, tachtiger jaren van de vorige eeuw wordt erg aanwezig. En tegelijk ook de tijd waar je zelf in kan haken wanneer ze zijdelings praat over haar tv-progamma's, in een tijd dat er alleen Ned1 en Ned2 was, en een gesprek de maatschappij indonderde: iedereen kon nog praten over of je 'Sonja' gisteren had gezien.

Je bent ook zo erg een kind van je tijd, naast een kind van je ouders, denk ik nu. Zij werd een tv-persoonlijkheid, zoals dat nu niet meer kan, de vraag of ze zandkorrels heeft kunnen verschuiven, maatschappelijke debatten heeft kunnen aanzwengelen, euthanasie, de pil van Drion, ze was er allemaal bij en heeft geholpen het openbaar te maken. En dan tóch zo weinig greep hebben op jouw eigen oorsprong.

Was ze gelukkiger geweest als ze meer had geweten? Nee, dat denkt ze niet, zo eindigt het boek. Sonja was en is gewoonweg een gelukkig mens, met haar man A., haar kinderen en kleinkinderen, al is ze in dat gezin heel vroeger begonnen als 'stief'. Ze denkt zonder A. nooit meer echt te kunnen genieten van een zonsondergang, hun huis bij Mt Ventoux en alle andere dingen. Ze is een paar keer zeer bezorgd dat ze zelf zal gaan sterven. Ja, de sterfelijkheid van de mensch, zo wordt het voor een ieder: Je ziet me nooit meer terug.