donderdag 10 februari 2022

Zo is het leven

‘Ja meid, zo is het leven nou eenmaal’, zegt ze. S. op de hoek komt langs: ‘Ik weet niet of je het al gehoord heb, maar ik vertrek vanaf 14 maart. Heb je zin om een kopje thee bij me te komen drinken?’ Ze is hier al 38 jaar en twee jaar geleden is haar man overleden en toen was ze de hele winter die eraan kwam ongeveer de hele tijd hier en dat was haar heel goed bevallen. Ze had al eerder tegen me gezegd dat ze niet wist of ze het nog kon betalen, met het kleine weduwenpensioentje en de AOW.

En nu was dus onverwacht het dak van haar huis gaan lekken. En het bleek niet niks te zijn, er moesten platen verschoven worden en een deel ergens opgehoogd en nu kon ze het echt niet meer betalen. En ze heeft een hekel aan schulden en leningen, dat kán ze niet. Ze heeft alle opties overwogen, gevraagd of ze nog een hypotheek op haar huis kon nemen, of kleiner gaan wonen, bij een van haar zonen in de buurt. Maar haar ene zoon heeft een hersentumor en… als die er niet meer is (het gaat nu goed, maar je moet er toch rekening mee houden), dan heeft ze daar ook niks meer te zoeken. En bovendien kost dat ook veel geld, verhuizen en iets anders vinden, zó dat ze geld zou overhouden van de verkoop van het huis en dan hier zou kunnen blijven… Die kans was klein en bovendien was haar spaargeld nu bijna op. En de geiser was 22 jaar oud, de auto 17 jaar en de benzine werd ook steeds duurder.

Ik vond het zó sneu. Ze is hier gekomen toen haar zoontje acht was, die is nu 46 jaar, ze heeft hier hele generaties geboren zien worden. Grote Jan is ook al weg, maar zijn zoon kleine Jan, die is hier nog. En gelukkig hoorde ik dat de kinderen van andere vrienden van haar van een plek hierachter toch het kunststoffen huisje hebben kunnen kopen, ter vervanging van die van aluminium, waar ze afgelopen zomer al zaten, ook al verhuisd van een andere plek. Hun derde kind is op komst: dus dat wordt de derde generatie wier jeugdherinneringen voor een groot deel hier zullen worden gevormd.

En nu moest alles dus weg. Veel was al door achterblijvers overgenomen of aan hun geschonken, maar uiteindelijk liep ik heen en weer en heb ik nu een opklapbaar bankje voor in de tuin en twee bijzettafeltjes, loeizware grote stenen die bij haar ingang lagen, die had ze ooit gekregen, plastic ladenkastjes voor binnen, een spiegel voor op de deur, een droogrek, buitenbezem, schoffel, een zwabber op een lange steel om mijn huisje aan de buitenkant mee schoon te maken, twee lantaarntjes voor een waxinelichtje aan hoge haken, een campingtafel met opklapbare zijstukken voor in de schuur… haar man zette daar vroeger altijd een gasfornuisje op en dan ging hij er vissen aan schoonmaken. Ze vroeg voor alles € 25, ook toen er nog een mixer die al thuis was en misschien een kruimeldief bijkwam, ze ging eerst kijken of deze het nog deed, en kussens voor op het bankje… ik gaf haar €30. 'Super!' zei ze. 

Zij ging misschien wel weer een dagje vrijwilligerswerk doen in het verpleegtehuis, waar ze eerder al vier dagdelen was, toen de Corona begon was ze ermee gestopt en iedereen zei dat ze altijd meer dan welkom was en dat bleek ook wel toen ze vorige week weer even naar binnen liep. En ze kende twee oppasgezinnen heel goed, pas had ze de baby op schoot en had de jongen, de vader, gezegd: hoe bestaat het hé, en zo zat ik vroeger ook bij jou op schoot! Dat vond ze ook wel leuk: dat ze die banden nu meer kon aanhalen. ‘Ik ben ook al 73, het was ook maar de vraag hoe lang ik het nog had kunnen doen, elke keer hierheen en ik woon in de buurt van de zee, dus daar kan ik nu ook vaker naar toe… Er komen altijd weer andere dingen voor in de plaats, zo gaat dat.’

Nadat ik alles hier een plaats had gegeven las en bekeek ik Mooie Zomers 1. Zuidwaarts van Zidrou & Jordi Lafebre. Er zit vast een autobiografisch element in, want de vader van het jonge gezin dat richting de zon en het zuiden vertrekt voor hun kampeer-zomervakantie is een arme striptekenaar. Het begint dat een oud echtpaar terugkeert naar een favoriete picknickplaats, onderweg. Dan volgt hun terugblik: het blijkt dat ze eigenlijk van plan waren om te scheiden na die zomer, en dat na de vakantie aan hun kinderen zouden vertellen. Maar gaandeweg die zomer komen ze erachter dat er weliswaar veel bewolkte dagen waren, maar dat die toch te dragen waren voor alle dagen met zon.

Alles draait om het liedje  van dat jaar 1973, ‘La Maladie d’amour’ van Sardou, gedurende de strip vaker gezongen. En ik zocht het liedje op en luisterde:  ‘De zucht naar liefde verspreidt zich over de harten van kinderen van zeven tot zevenenzeventig jaar…de onstuimige rivier zingt en verenigt in zijn bed blonde en grijze haren’, de vertaling werd in de strip erbij geleverd. En ik dacht: ja, zo gaat het leven, zo is het leven nu eenmaal…