woensdag 17 november 2010

Wildernis

Ik heb de film Into the Wild gezien, die door de Duitse zender uitgezonden is. Merkwaardig met dat nasynchroniseren, ik meende aan het geluid te kunnen horen dat het in de studio was opgenomen, met niks van ruimte en wildernis om je heen. Dubbel merkwaardig kwam de film bij me binnen omdat ik in het blog van de abt van de trappisten van de abdij De Koningshoeven had gelezen dat het een echte monnikenfilm was.

Ik zag voornamlijk een jongeman die bruist van levenslust, kind uit een huwelijk waar de ouders diepongelukkig zijn en altijd strijden en die na zijn eindexamen er niks voor voelt om het burgelijke, onechte, aangepaste leven in te gaan. Niet zoals zijn ouders, alsjeblieft niet, dus hij gaat een droom achterna: naar Alaska, de wildernis in. De film is, zo bleek op het einde echt gebeurd: er verscheen een foto van een lachende jongen tegen een oude bus aan, die ontwikkeld is uit zijn cameraatje die twee jagers, twee weken na zijn dood gevonden hebben in die bus.

Het loopt dus niet goed af: de jongen verzwakt en sterft van de honger in zijn Magic bus, een oude bus die hij aan de oever van een rivier vindt en die hij tot zijn domicilie maakt. In flashbacks zie je uit wat voor een leven hij komt. Je leeft mee met zijn verrukking van de pracht van de natuur waar hij zich in zijn eentje in bevindt en ook de ergste tragedie die hij daar meemaakt, zoals hij in een dagboek schrijft: hij schiet een oude eland dood in de zomer en ontdekt dat hij er niks mee kan: het vlees verrot voor zijn ogen, maden komen tevoorschijn, alleen wat hongerige wolven hebben uiteindelijk wat aan zijn prooi.

Wat heeft deze film in godsnaam met monikkendom te maken? De jongen wil ook terug keren naar de mensen, maar de rivier is woest en buiten de oevers getreden, dus hij zit vast en dat wordt hem fataal. Als ik sceptisch zou zijn, zou ik zeggen dat monniken iets van heroïek en strijdlust en jongens en heldenmoed ervaren als ze in treden, weg van de gebaande paden, iets radicaals anders en uiteindelijk opgesloten raken in het instituut van het klooster.

Zo sceptisch wil ik niet zijn. Vandaag ga ik zelf voor drie dagen op bezinning in het klooster en daar verheug ik me op: lekker met een new-age-achtige dame, zeven zusters en enige van buiten het klooster je te goed doen aan samen dansen en tekenen en mediteren enzovoort. Op zoek naar de vrijheid van de wildernis, zou je kunnen zeggen: naar ruimte die alleen maar bepaald wordt door je zelf, op verkenning naar dat wat er voor jou toe doet.