donderdag 11 januari 2018

Luikjes open

Ik kijk naar mijn eigen leven en naar de levens van anderen, zie de voortdurende stromen van verandering, herinneringen als krachtige onderstromen, die de huidige stroom dragen. Soms gaan er luikjes uit je verleden open waarvan je niet eens wist dat het er was... Gisteravond opende nichtje L. een luik omdat ze appte dat ze oude blogjes had overgelezen, waar zij in voorkomt. Dus ik deed hetzelfde. Ach... toen ze jong was, zandkastelen bouwen, liedjes zingen, in haar tuin kamperen.

Ze appte ook dat ze wel wat traantjes had weggepinkt bij blogjes waar Moeder, haar oma dus, in voorkwam. Zelf was er de avond ervoor een gigantisch luik bij mij open gegaan, waar ik heel dicht bij een onderstromende gevoelslaag kwam van moeder, die ik lang vergeten ben, maar mij wel meebepaald heeft in een soort van bescherminggevoel voor haar.

Hoe gaat zo’n luik ineens open? Ik zag een interview met Steef de Jong en stukjes uit zijn show Groots en meeslepend wil ik leven. Zijn passie is de operette en met een mengeling van grappig, heel speels en inventief , zingt hij een hele operette en vertolkt alle personages met zelfgemaakte bordkartonnen plakkaten waar hij zijn hoofd insteekt en die kunnen bewegen zoals in van die uitvouwbare boeken. Zo geestig, terwijl ook de emoties van de operetteliederen bewaard blijven. Het programma eindigde met gekozen fragmenten van Franz Lehar, uniek binnen de operrettemakers, vertelde Steef, omdat er bij hem ook altijd sporen van tragiek aanwezig zijn. Het is niet zomaar vrolijk en luchthartig.

En toen ging het open. Ik ging met Moeder naar operettes in de schouwburg! Het land des lächelen, het kwam zomaar in me op. Ze had een lievelingslied waar ze als kind in Indonesië al gek van was. Ik hoorde en zag het haar neuriën en haar iets zeggen over de melodie, zo mooi, zo verlangend. En ondertussen zocht ik op YouTube en daar vond ik het: het Viljalied. Het gaat over een jager in het bos die betoverd raakt van een jong meisje, bovenaards en zij ontglipt hem weer. Er kwam een zanger voorbij: Rudolf Schock en ik zag Moeder zwijmelen: ze was fan van hem. Het Wolgalied en anderen liederen bekeek ik nu. En ik kon me met gemak verplaatsen in Moeder als puber, zestien ofzo en gek van deze warme, viriele, vriendelijke man uit een stuk.Ik wist er niks meer van en daar was het, ineens.

Ik appte nichtje L. terug, dat ik het wel heel leuk vind dat er zoveel blogjes van ons zijn. Ja!, reageerde ze, ik vond het einde typen, in regenboogkleurtjes zo leuk. Dat blogje kan ik niet terugvinden. Het zal wel altijd zo blijven dat nichtje L slimmer in computers blijft, dan mij. Ik wilde nu Einde typen in regenboogkleuren, maar het lukt me niet, ik weet niet hoe! (E I N D E)