zondag 28 januari 2018

Zondagse mijmering

Tijdens het uitdelen van het brood en de wijn in de kerk speelden twee gitaristen de melodie van The Rose van Bette Midler. Het paste goed bij mijn mijmeringen omdat het liedje voor mij altijd al is gegaan over die grens: over verlangen, over wat er in potentie is, maar nog niet zichtbaar... en daardoor gaat het voor mij ook over....God?... over hij, zij, het, wat in kloosters en kerken present wordt gesteld. Ik wist dat ik dit liedje eerder hier in het blog heb gemeld, en het klopt, al in 2008, 2010, 2013. Ik heb veel op dit liedje gedanst en daarmee het leven gevierd. Zoiets als ‘ter communie gaan’ dus.

Vanochtend dacht ik: en nu heb ik the whole shabang rondom godsdienst en religie wel gehad. Op de middelbare school heb ik me uit de kerk trachten te schrijven, dat lukte niet, ik heb theologie gestudeerd en ontdekt nooit in die kerk te kunnen werken, ik kwam met kloosters in aanraking en ook daar is intense verbondenheid die ik er gevoeld heb, als sneeuw voor de zon verdwenen. En welke roos komt daar dan uit te voorschijn, om in het beeld van het liedje The Rose te blijven?

Kerken en kloosters blijven plekken waar mensen uit de hectiek van de dag in iets anders worden getrokken. Woorden als eeuwigheid of ‘kind van God’ zijn, zijn er vanzelfsprekend. Helaas zegt het niks over de mensen achter de schermen. En helaas is de kerk als maatschappelijk fenomeen een behoudende kracht richting vrouwen en bijvoorbeeld de LHBT-gemeenschap.

Over twee weken komt bisschop de Korte in de kerk, omdat het gebouw 25 jaar bestaat. ‘Hij  kan best inspirerend zijn’, hoorde ik net. 'O, ja?' vroeg ik verbaasd. ‘Ja, nou ja, hij vond het eigenlijk heel erg dat de Roze Viering toch niet in de kathedraal kon. ‘Hij had als enige dat verschil toch kunnen maken’, reageerde ik. ‘Het had wat betekend als het "Ja" was gebleven’. Het blijkt dat zijn handen gebonden waren. Heel veel mensen op belangrijke posten hadden gezegd de functie neer te leggen als... Hij zei dat hij onderschat had hoe erover gedacht werd.

Ik denk nu: dus hij is gezwicht voor emotionele en praktische chantage: Als jij niet doet wat wij willen, dan zijn we héél verdrietig en dan moeten we wel onze functies neerleggen... Juist voor deze onzuivere wijzen van communicatie binnen kerkelijke en kloosterlijke kringen ben ik helemaal allergisch geworden. Mensen die het persoonlijke en de functie of de status met elkaar vermengen, een beroep op je doen om aandacht en meeleven, maar niet thuis geven als het erop aankomt: uitkomen voor je gevoel en je mening en jou ondersteunen.

‘Mijn handen zijn gebonden’, dat ligt in dezelfde lijn als je ogen sluiten. Of afgestompt zijn, dat kan ook, of basale menselijke communicatie nooit goed ingeoefend hebben omdat je te lang leeft in een wereld die niet helder is, waardoor je zelf ook troebel wordt. Daar komt ook die uitspraak van kardinaal Simonis bij Pauw en Witteman uit voort, al in 2010, toen het ging over seksueel misbruik binnen de kerken: Wir haben es nicht gewusst.

Dus welke rozen kunnen er dan wel groeien voor mij onder de sneeuw? Dan doen we het maar met ‘de geest van God’, die groter dan elk mens is. ‘Het is niet voor niets één van mijn lievelingsliedjes’ zei de vrouw waarmee ik net even sprak. En ik nam kennelijk ook niet voor niets deze keer het tekstvel met de liedjes mee naar huis. Om hier het laatste couplet dat vandaag gezongen werd te reproduceren:

In stilte werkt de Geest van God
Stuwt voort met zachte krachten,
Een wijze moeder die ons hoedt,
Een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
Doet mensen weer elkaar verstaan,
Omgeeft ons als een mantel.