zaterdag 6 januari 2018

Mens en dier

Gisteren door een toeval intens, het voelt aan als met huid en haar, gedrukt op de vraag of en wat het verschil is tussen mensen en dieren. Apart toch: enerzijds zijn er wereldwijde gedachtegangen gaande dat de mens straks door robots en A.I. kan worden overgenomen en anderzijds is er onderzoek naar dieren waarin ontdekt wordt dat dieren, net als mensen empathie kennen, aan politieke besluitvorming kunnen doen. Frans de Waal doet dat laatste en de nieuwe roman van M. Februari,  Klont heeft het eerste als thema. Hij heeft er ook een TEDtalk over gegeven in Amsterdam.

Klont gaat de boekenclub waarschijnlijk lezen en daarbij misschien iets van Eva Meijer, we zijn nog in beraad. Zij blijkt een heel veelzijdige jonge vrouw. Haar naam kwam me al bekend voor: ze zingt ook liedjes met een Joni Mitchel-achtige stem, ik vermoed dat ik haar op Oerol ooit heb zien optreden. Verder maakt ze theater en is docent filosofie en schrijfster. Ik had alvast een boek gereserveerd Dierentalen  en ik stond op het punt het te gaan halen.

Toen appte Zusje foto’s uit Beelden aan Zee. Daar is een tentoonstelling van Les deux garçons. Ik zag een soort van Siamese tijger hangen, twee koppen aan weerszijden en een ingesnoerde giraffe. ‘luguber’ , was mijn eerste gevoel erbij. Je kunt doorklikken naar een film over hen. Ze hebben ook een aap, lijdend aan een kruis gehangen, een piëta met aapjes, aangeklede poezen, een hert dat zich uitstrekt over glazen potjes hertenragout... Ze doden voor hun kunst nooit dieren, betrekken alles uit dierentuinen, circussen, laboratoria. Ze struinen de rommelmarkt in Luik af en alles wat ze daar aanschaffen aan sfeervolle dingen met leven erin, die onthoofden ze meteen in hun atelier en doorgaans komt daar dan iets van een dier op. Ze wijzen op klimaatverandering, het menselijke in dieren, en het geloof speelt een grotere rol dan ze zelf aanvankelijk dachten. ‘Luguber’ werd ‘intrigerend’, ik wist tegelijk niet wat ik ervan moest denken en stapte op mijn fiets.

In deze gemoedstoestand begon ik te lezen in Dierentalen.  Het boek is een vooronderzoek van een boek waarop ze eind vorig jaar gepromoveerd is Political Animal Voices en zit vol voorbeelden hoe dieren eigen talen hebben, elkaar namen geven, olifanten hebben een woord voor ‘mens’, en ze spoort aan om te gaan luisteren naar de dieren, want ze willen ook met ons in gesprek. Ik dacht aan mijn witte buurtpoes, die feilloos wist dat mijn aanvankelijke hekel aan haar veranderde in iets anders en sindsdien altijd als ze in mijn tuin is, mij even lijkt aan te kijken om te zien hoe mijn muts hangt.

Ik herinnerde me dat varken van heel vroeger, die als jong biggetje al in het huis scharrelde en toen ik het zag al aardig groot was en de familie nog niet wist hoe lang ze die nog in huis konden houden en tijdens dat gesprek dat varken naar me toe kwam, me met vriendelijke ogen recht in de ogen keek,wat knorde, alsof zij wilde zeggen: kom, doe eens een goed woordje voor me. Dit is alweer meer dan 35 jaar geleden, maar is me wel bijgebleven, waardoor ik toen Voskuil begon met zijn varkenslobby hem niet zomaar ongelijk kon geven. Maar ik heb altijd vlees gegeten, al was Ex vegetariër en vond de Dierenpartij toch een beetje raar. De vorige keer heb ik voor het eerst op ze gestemd.

Dieren kennen ook een soort van spiritualiteit, betoogt Eva Meijer, olifanten rouwen, ze komen jaren later terug op plekken waar iemand gestorven is en begraven dan de botten. Een film van David Attenborough kwam me voor de geest, waar je het verdriet van een groep olifanten mee kon voelen. De walvis Tilikum komt langs, die depressief was in gevangenschap en mensen heeft gedood. Daarvan heb ik een documentaire gezien, waar ze laten zien hoe Tilikum als jonge walvis gevangen is, haar groep uitgebreid om haar gaat huilen en rouwen en Tilikum jaren later iemand dood die actief bij haar gevangen neming betrokken was.

Dus hoe zit het toch tussen mens en dier? Ook mensen heb ik van  heel dichtbij uiteindelijk zien handelen op hun instinct, alle mooie woorden en beloftes ten spijt. Wat blijft haperen in me rondom die kunst van Les deux  garçons? Een van hen zegt liever dat hij wil dat iemand het allemaal lelijk vind en daar over blijft doorsudderen, dan de reactie: Wat mooi. Dat vindt hij te gemakkelijk. Ze zijn heel serieus bezig, dat zie je ervan af.

En zo ging ik 's avonds naar de Taizé-viering. Al die lichtjes, als ik er ben in zo’n ruimte die heilig is gemaakt, de intimiteit van in een cadans en ritme zingen, de woorden doen er bijna niet toe, maar ze wijzen naar liefde en het goede, dan denk ik: ik zou dit veel vaker willen doen. En ik dacht ook: dat zie je dieren toch niet doen. Al heeft Eva Meijer een voorbeeld van apen die gezamenlijk in stilte lang  in plassen water kijken, mediterend, zo lijkt het. 

Toen wist ik het ineens over Les deux garçons. Onze verhouding met dieren, alle dieren blijft definitief een andere dan van mensen onder elkaar. Dierenkunstenaar Tinkebell heeft van haar eigen poes een tas gemaakt en dat kan ik wel waarderen. Maar wij zouden nooit van een dode, iets anders maken. Geen tas, geen kunst, dat is werkelijk afstotelijk. Hoe dichtbij wij ons ook bij dieren kunnen voelen en een glijdende schaal kunnen ervaren tussen dier en mens, wij blijven anders. Zoals wij ook anders en onszelf kunnen blijven tegenover alle A.I.

Ik zie nu een lange lijn voor me die bestaat uit allemaal stippen, aan de ene kant de dieren, gaande naar de verschillende homo’s, dan de stip Mens, en daarna alle vormen van A.I., die uiteindelijk qua vorm, geheel op een mens kunnen lijken. Maar wij zijn die stip Mens. Onvervreemdbaar ook zichzelf. Als we daarvoor waken.