maandag 16 april 2018

Londen museum; groot en klein

Iemand moet het toch ooit bedacht hebben: kom we plakken hier in Londen gewoon alle gebouwen aan elkaar. Nieuw en oud hoeft helemaal niet bij elkaar te passen. Juist niet. Of zou het vanzelf zo gebeurd zijn ? Het is zo’n aparte gewaarwording: ik zit op een bankje in Shoreditch in een heel klein parkje met een omheind tennisveld en een paar voetballende jongens op het andere veld, geen verkeer te horen, ik zou ergens in een achteraf plaatsje beland kunnen zijn.  Ik sta op, loop verder, ineens weer het razen van het verkeer en glanzend spiegelende hypermoderne gebouwen geplakt aan oude gevels.

Overal in het centrum van Londen is dat zo. Grauwe, groezelige gevels en straatjes en gebouwtjes, middeleeuwse kerkjes en daarboven rijzen torenhoge spiegelende gebouwen. Ik kreeg de fantasie dat het een heel andere tijd is: wezens van een andere planeet die helemaal geen lichaam nodig hebben, hebben de tijd stil gezet rondom Londen en alle mensen in een diepe slaap gebracht. In de tussentijd zetten ze er nieuwe gebouwen neer, waarin ze kunnen existeren, om de mensen van planeet aarde eens goed te kunnen bestuderen. Ze laten de gebouwen op grote kantoorpanden lijken en planten bij alle mensen  het idee in hun bewustzijn dat er in die  gebouwen anderen mensen werken en dit zo hoort bij hun stad.

Dat is wat ik zie: de mensen , de dubbeldekkers, de gebouwen van vroeger zijn zo klein. Steeds maar weer die tijdmachine waarin je komt: van oud en smoezelig naar glanzend modern en, vergeleken met tien jaar geleden, futuristisch. En dan weer de statige grandeur van de Victoriaanse tijd. Er zijn zwevende wandelpaden gemaakt op enige hoogte van die moderne gebouwen zodat je onder je mensen ziet wandelen op de stoep of in de doorzichtige koepel kunt kijken van een kantoor eronder.  De Theems lijkt voor wandelaars geheel ontsloten. The Londen Eye  maakt vanaf het perspectief vanaf de Southbank, de parlementsgebouwen en de Big Ben tot dwergen.

Ik bezocht het London Museum en dan blijkt Londen precies zo te zijn begonnen als mijn eigen stad: nederzettingen aan de rivier en toen kwamen de Romeinen. Alleen was de wildernis hier groter, er leefden ooit grote buffelachtige beesten en de Romeinen werden bedreigd door de Denen en de Vikingen. De Pest die door heel Europa en verder woekerde heeft ook  in Londen veel slachtoffers gemaakt en toen kwam er nog the great fire of Londen. En de Tweede Wereldoorlog devalueerde de stad, die zich de grootste van de wereld waande. 

Opvallend wat men nu zegt over zichzelf: na zware tijden in de vijftiger jaren: 'But change was turning Londen in a new kind of world city. A youth revolution and a multicultural revolution
played out on the streets as Londeners absorbed new values and claimed new rights. By the end of the 20th century, Londons identity was bound up with the diversity of its  people.'

Gisteren had ik een kort praatje met een verkoper die opgegroeid was, een paar straten verderop in East End en nu op het platteland woonde vlakbij Londen en nooit ergens anders zou willen wonen: London got it all. Hij kon raden dat ik uit Nederland kwam, hij was er één keer geweest, in Amsterdam, Utrecht en Delft, ongeveer dertig jaar geleden. Ik roemde de dynamiek en de diversiteit die ik in Londen voelde, dat was er toch niet zó, in Nederland. Hij zei: 'Misschien is de atmosfeer in Nederland zoals een provinciestad naast Londen.' Ik vond dat wel raak.