vrijdag 23 augustus 2019

Wat verdwenen is

Ik zit op een bankje op Campo San Stefano en er blijkt ineens WiFi te zijn. Dat noopt mij tot bloggen. Een soort Pavlov-reactie omdat ik zo lang nog geen internet thuis had en een computer met internet opzoeken een bijna dagelijks terugkerende activiteit was. Ik werkte toen nog wel  bijna elk dag, dus dat scheelt. De dagen gaan zo snel voorbij hier en elke dag vult zich met groot gemak met belevingen en overpeinzingen, ik hoef er geen enkele moeite voor te doen: Venetië en de Biënnale serveren royaal uit.

De skyline van Venetië maakt mij onverminderd gelukkig, ik kan het niet anders uitdrukken.Zo ook de geur van dennenbomen op de vaporetto en het maanlicht op het water. Ik vind het nu niet drukker dan twee jaar geleden, maar na India is het overal rustig en schoon en geordend. Niks aan de structuur van de binnenkant kan hier veranderen, het netwerk van straatjes, smalle doorgangen, kleine en grote bruggen is dezelfde.

Maar na twee jaar zijn alle levende scenes, waarnaar ik terugkeerde wel verdwenen...De groene kiosk naast mij wordt nu gerund door een kleine Chinese wat dikke jonge vrouw. Ik zag het al uit de verte, geen smaakvolle t-shits en tassen, de toeristische prullaria en rijen Venetiaanse maskers schreeuwden me tegemoet.Er zat een aanstekelijke familie met drie kinderen die op het plein hebben leren rollerskaten en een ouder zusje leerde haar broertje hier steppen. Op de bankjes kwamen rond deze tijd, de schemering, meerdere families met jonge kinderen, er werd gebald en de ouders kletsten met elkaar. Nu is de kiosk net gesloten, wég is dit sociale tafereel waar ik dan tussen in zat...

En het stel, jaren dacht ik dat het vader en dochter waren, maar twee jaar geleden ontdekte ik dat het een stel was, zwemt niet meer in de namiddag in zee. Hij werd steeds krommer en kleiner, twee jaar geleden moest zij hem naar het water ondersteunen en deed ze hem zwemvliezen aan zowel bij de handen en de voeten en in het water werd hij dan weer de dolfijn die hij vroeger was. En het tentje met de versleten parasollen en stoelen op de hoek, er hing een vijftiger jarensfeer, gerund door een oud echtpaar, elk jaar herkenden zij mij weer, ik kocht er altijd een Granita Grande Menthe voordat ik het strand opging, een grote beker vol geplette ijsklontjes en limonade met een rietje, daar schalt nu moderne muziek bij de glanzende barkrukken onder stevige glimmende tenten.

En de Engelse boekhandel achter de Rialto is uitgeruimd, wat een kleine ruimte is het nu, leeg en zonder boeken. Een boekensteun slingerde nog op een witte plank, dat is alles. En Brek, een self-service-restaurant  met goedkope gekoelde wijn en WiFi en airco en pasta die voor je neus  gekookt werd is ook foetsie.