donderdag 10 juli 2008

Appelboom

Zomaar een gedicht nu mijn zomervakantie is aangebroken en het bij wakker worden pijpenstelen regende. Ik heb nog geen vakantiebestemming. Zon, warmte? Rondzwerven? Niet thuis zitten? Ach...

DE APPELBOOM

In het meiparadijs, onder een mooie appelboom,
die van de bloemen schudt als van de lach,

die onbewust van goed en kwaad
zijn takken rustig ophaalt,

die van niemand is, wie ook 'mijn' zal zeggen,
alleen bezwaard wordt door voorvoelde vruchten,

die niet nieuwsgierig is naar jaar of land,
noch naar de planeet en hoe deze draait,

die zo weinig aan mij verwant is, zo anders,
dat het me troost noch bang maakt,

die onverschillig is wat er ook gebeurt,
en van geduld met elk van zijn blaadjes trilt,

die onbevattelijk is, als droom ik hem,
of droom ik alles uitgezonderd hem
te uitgebeeld en ingebeeld -

nog even blijven, niet naar huis gaan.
Naar huis gaan willen alleen maar gevangenen.

WISLAWA SZYMBORSKA

Ik zoek een mooie appelboom, dat is het. Waar die staat, maakt me helemaal niks uit.