donderdag 25 december 2008

Blauwe vogel

Ze schijnen hier bij het klooster echt rond te vliegen: ijsvogeltjes rondom het Wiel. Ze bouwen hun nesten in de kanten van de sloot en scheren zo laag over het water. In de zomer trillen ze met bijna onzichtbare vleugeltjes boven het spiegelend wateroppervlak, op zoek naar een visje. Blauw zijn ze, of zwart-wit en ook in het buitenland schijn je ze zó te herkennen.

In Canada heb ik er misschien eentje gezien. Ze heten daar kingfisher. Ze brengen geluk, zegt men. Misschien dat het sprookje van de blauwe vogel op het ijsvogeltje is geïnspireerd. Zo'n beestje dat je meestal niet ziet, en als je het ziet en tot het besef komt dat deze het wellicht was, is het alweer weg. Zoals dat met geluk ook vaak gaat. Als het weg is, weet je dat het er was...

Het sprookje van de Blauwe Vogel is van de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck, zo meldt Google. Toch heb ik het idee dat het ook een Chinees sprookje is, dat ik heel lang geleden ooit tot me genomen heb. Ik zie zo'n ouderwets poesieplaatje voor me, van een lichtblauwe vogel die over landerijen scheert en dat ik toen al wist: dat is de vogel van het geluk.

'Elke vogel zingt zijn lied'... zong Vader pas nog mee met Nichtje. Het lied van geluk van de blauwe vogel, die gezocht wordt door een broertje en een zusje in het sprookje van Maeterlinck blijkt uiteindelijk dicht bij hun huis te liggen. Ze doorkruizen daarvoor eerst het Land van de Herinnering, het Paleis van de Nacht, Het Woud, De Begraafplaats en het Koninkrijk van de Toekomst. Als reisgenoten hebben ze: een kat en een hond, Bezield Vuur, water en brood.

Ze zoeken de blauwe vogel voor hun zieke nichtje en hopen dat ze zo weer beter wordt. Uiteindelijk lijkt de tortelduif bij hun in de buurt blauw, maar alvorens ze het werkelijk kunnen controleren, is ze alweer ontsnapt... Of hun nichtje beter wordt? Ik weet niet of het sprookje daar echt een uitslag over geeft.

Ach, we associëren geluk met: gezond zijn, liefde ontvangen. Beide hebben we niet zelf in de hand. We hebben ons maar over te geven aan wat komt op ons pad. We doorkruizen, zoals in het sprookje allerlei verten, zowel de herinnering als de toekomst, de nacht en de begraafplaats...

Het enige dat we wel in de hand kunnen hebben, is liefde geven. Iets laten stromen van warmte, vreugde, genegenheid, verbondenheid, ongeacht de omstandigheden. Dan scheert de blauwe vogel, het ijsvogeltje, in eén oogwenk, die ene keer als je met je wimpers knippert, voorbij. Dit is wel een ware Kerstgedachte, zo vroeg in de ochtend van deze eerste Kerstdag.