maandag 22 juni 2009

Candyland

De eerste voorstelling die ik op Oerol zag, Candyland van De Bonte Hond, zoog me meteen helemaal een andere wereld in. Een ieder wordt persoonlijk begroet door een ernstig, onaards, heel serieus kind dat je met grote ogen aanstaart:
-Welkom. Met hoevelen ben je ?
-Ik ben in mijn eentje, probeer je met een glimlach.
-Dat klopt. Je wordt verwacht.
Ze neemt rustig de tijd om je van top tot teen te bekijken:
-Leuke rugzak, trouwens.

Zwijgend, met een beetje duwen en trekken en de woorden 'stop' en 'wacht' begeleiden ze met zijn tweeën de hele groep naar de duinrand. Daar staat een meisje op de top en ze zegt:
-Ik heb van jullie gedroomd. Dat jullie zouden komen. Kom!

Je klimt over de treden naar boven en je komt in een dal met allemaal duintoppen om je heen. Zwijgend sta je daar en voordat je het doorhebt, verschijnen er allemaal kinderen op de duintoppen. Ze kijken je aan en lopen langzaam naar je toe en omsingelen je. Ze hebben dezelfde soort kleren en sfeer om zich heen als de geportretteerde, digitaal bewerkte foto's van Lorretta Lux.

Je krijgt er een vreemd gevoel bij. De ernstige kinderen lijken uit een andere wereld te komen. Het raadsel 'kind' ontvouwt zich. Wat zijn dat voor wezens waarin alles gist en broeit en groeit? Ik werd me bewust hoezeer ik altijd kinderen aan het lachen probeer te krijgen en je met een grap en een grol natuurlijk toch eigenlijk het heft in eigen hand houdt. Maar deze kinderen staan dat niet toe. Ze pakken je hand en vragen aan een ieder met dezelfde starende, wezenloze indringende blik: Kom je bij me spelen?

In de verschillende duinpannen wonen ze. Bij een witte boom met witte salontafels, een buffetkast, stoelen. Ze serveren uit witte kopjes en schoteltjes thee en je krijgt uit een wit koekblik een koekje, dat je nog niet op mag eten. Nu! , zei het meisje met de lange steile rode haren en het bleke gezichtje en zwijgend knabbelden we onze koekjes op. Een mevrouw tegenover me kreeg een zenuwachtige lachbui en het meisje keek alleen maar, legde een hand op haar arm tot ze tot bedaren kwam.

Dat meisje leidde de groep verder naar grote lange eettafels, waar ook de andere kinderen met hun volwassenen weer bijeen kwamen. We kregen witte macaroni met rode ketchup en zij voerden je, je mocht zelf niet eten. Gedurende de wandeling liep ik voorop met het meisje. Ik probeerde wat uit: ik ging haar nadoen. Als ze met de ogen knipperde, deed ik dat ook. Zij kuchte, ik kuchte. Ik kneep haar met mijn arm dichter tegen me aan, zij kneep nog harder terug.

Even denk je dat je met haar speelt. Maar nee: zij had het heft in handen. Ineens stopte ze er resoluut mee, keek me ernstig aan en keek weer weg. Op het einde kwamen we in een bos met dunne lariksbomen en tussen de stammetjes stonden witte ledikantjes. Ze lieten zich toestoppen met een vraag voor het slapen gaan: beloof je dat je morgen weer terug komt?

Een heel indrukwekkende voorstelling van Alexandra Broeder die ook genomineerd is voor de Goude Krekel, de prijs voor de beste kindertheatervoorstelling van het jaar. Maar is het wel wat voor kinderen? Dóór kinderen werd het gespeeld, jawel. Iemand vroeg zich na afloop af, wat dit met deze kinderen zou doen. Word je dan als vanzelf een rustig doch assertief persoontje, die heel goed de eigen grenzen kan aangeven? Wie weet. Iedereen een workshop Candyland spelen, dan voel je wellicht je eigen eenzaamheid én je eigen sterkte in één.