maandag 7 juni 2010

Sneu

Tja, wat doe ik als ik de keuze heb tussen een stad vol muziek, lachende mensen, een kleutertje dat meedanst met het acapella koor, swing bij het bierfeest ietsjes verderop tussen de cafés, of de kerkklokken die luiden?

Ik hád me al voorgenomen om naar die kerk te gaan om daar de Vespers te horen van Huub Oosterhuis, gezongen door een koor. Om 14.30 uur gezamenlijke repetitie!, meldde de zondagskrant. Maar dat royale gebaar, dat liet ik maar aan me voorbij gaan. Meestal kun je vespers, waar men alternerend zingt, zó meezingen, als je de eerste keer luistert. Eenvoudige melodielijnen en bovendien zing ik toch hoogstens heel zachtjes mee, want ik kan geen toon houden.

Ik ging toch maar naar de Vespers. Was wel benieuwd wat Huub Oosterhuis, die zo'n beetje in de ban is gedaan door de katholieke kerk, ervan bakte. Op muziek van Tom Löwenthal, één van zijn vaste componisten. Ooit eerder naar hun Kerstdienst in De Rode Hoed gegaan, en ik moet eerlijk zeggen dat ik toen na afloop het idee had naar een uitvoering van iets te zijn geweest, in plaats van samen gevierd te hebben.

Maar oké, bij deze Vespers zou dat niet zo bezwaarlijk hoeven te zijn. Tenslotte vielen ze in de dag waar de stad haar muzikale talenten aan het etaleren was. Er zat ongeveer helemaal geen 'publiek' in de kerk. Bovendien was er wél een voorganger in liturgisch gewaad, die na een plechtig welkom, een stukje van Paulus voorlas dat ging over het brood en de wijn die Jezus deelde, de basis van de eucharistie, het heiligste Sacrament der Katholieken, want o, ja het was Sacramentsdag.

Verder ontstak hij eenmalig wat wierook en stond aan de zijkant van het koor, met piano en andere instrumenten mee te zingen. Aan de helemaal andere zijde van mijn bank schoof een vrouw halverwege aan, met een beker jus d'orange en een broodje in een zakje, dat ze met veel knisper en kraakgeluiden tevoorschijn toverde en opat. Ik geloof niet dat ze door had dat de akoestiek van de kerk ervoor zorgde, dat je haar welhaast hoorde kauwen en doorslikken. Die vierde haar eigen eucharistie.

Het was wat sneu, allemaal. De dirigente maakte grootse gebaren richting het kerkvolk wanneer die mee mocht zingen, maar er zong helemaal niemand mee. Het lijkt alsof de kerk zichzelf wegdroomt in een volle bak met hemelse heerscharen, terwijl alles wat vrolijk en luchtig en een beetje naar hemelse herrie riekte, zich buiten bevond.

Ook de woorden van Oosterhuis en de muziek van Löwenthal: het was te ernstig en te pretentieus naar mijn smaak. Ik weet het niet hoor, maar alleen met speelsheid en pretentieloosheid en domweg wat plezier, dan lukt het volgens mij en wil het wat worden.