donderdag 3 juni 2010

Trekvogels

Eindelijk zomers weer en voor het eerst mijn ruggetje gekoesterd in de zonnestralen. Ondertussen me bezig gehouden met de meditatie van morgen. Rondom de laatste regel van Ida Gerhardts gedicht 'Uittocht'. En de regel luidt: Trekvogels, hun baan recht boven ons, naar het beloofde land.

Geinspireerd door alle vogels in de tuin, sta ik eerst maar even stil bij het gegeven dat trekvogels jaar in jaar uit, op vaste tijden komen en gaan en dat ze zich verschillend nestelen. De zwaluw nestelt dicht bij mensen, bijvoorbeeld in een boerenschuur. Mussen houden niet van eenzaamheid, want ze zitten allemaal bij elkaar. Terwijl de ooievaar juist een hoge plek zoekt, alleen, waar ze kan uitkijken over het land. Ik vraag mensen om aandacht te geven aan de trekvogel in je: je innerlijk kompas, iets in je dat feilloos weet hoe te vliegen. En kijk eens naar de wijze hoe jij je nestelt...

Woorden van de profeet Jesaja begeleiden de eerste stilte:
Zelfs de ooievaar weet zijn tijd
de tortel, de zwaluw en de reiger
hebben een vaste tijd voor hun trek.

Voor de tweede stilte kijk ik naar het oeroud bijbels beeld, dat wij, als trekvogels altijd onderweg zijn. En dat bij de beweging van op-weg-gaan, ook altijd een thuiskomen beloofd wordt: Het beloofde land. Dan kan een plek buiten je zijn, een nieuw verblijf, woonplaats, een ander huis. Of je komt thuis bij andere mensen. Maar het kan ook gaan over een plek in je zelf: de reis naar binnen, naar een plek in je ziel waar je thuis bent bij jezelf en bij de Levende, bij God. Voor wie stil zit en luistert en wacht...

De eerste 7 regels van psalm 84 begeleiden de tweede stilte. Met regels als:

Zelfs de mus vind een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt (...)gelukkig wie wonen in uw huis(...) gelukkig de mensen die sterk zijn in U, met in hun hart de wegen naar U. Trekken zij door een land van dorheid, het verandert voor hen in een oase.

Tot slot de Zegewens, die ik al veel langer geleden schreef, toen het ging over de Parel van de Zorgeloosheid. Maar de vorige meditatie werd deze ook al gebruikt en ik vind het nu dus ook weer toepasselijk:

Moge je zijn als een vogel in de hemel,
je vleugels uitslaand
de ruimte verkennend
vrij en onbezorgd.

Moge je zijn als een vis in het water,
volkomen
in je element,
vertrouwend op wat komen gaat:
alles mondt uit in de zee.

Moge het leven je omarmen,
je zacht en geduldig maken,
vol overgave, thuis waar je bent,
in vrede met jezelf.