maandag 10 juli 2017

Zuid Limburg enzo

Wat is Zuid-Limburg toch mooi. Helemaal buitenland met al die glooiingen, en dat je na een korte klimpartij dan boven een 360 graden uitzicht heb, op korenvelden, weilanden, maisvelden, bosschages. En toen klonk er een ouderwetse stoomtrein: Tuut-tuut-tuut, en zowaar ook die boemelde daar het land: het miljoenenlijntje heet het. Ja, een toeristische attractie, maar toch leuk, voor het gevoel van de tijden, de mensen, de dingen die voorbij gaan. De bovenkanten van enkele witte windmolens  vertelt je dan weer in welke tijd we nu leven.

Ook die kruisbeelden op kleine kruisingen bij de landweggetjes en een boerderij van witgele mergelstenen met een wijnranken schouwspel daarop: ja dit kan alleen maar Zuid-Limburg zijn. Dat je tegen een heuvelrand aankijkt, de horizon dus niet vlak is, het riep een kindergevoel bij me op. Hoe je brein dat doet weet ik niet, maar vanochtend zag ik het fotootje dat hoorde bij dit gevoel: Ik en mijn broertje, zittend op een hekje, voor ons dezelfde soort Limburgse heuvelrand.

Al reconstruerend denk ik dat dit de eerste heuvels waren, die ik in mijn leven heb gezien. Ik was nog te jong op die foto, voor de autovakanties naar het buitenland, die de familie pas later ging maken. We zaten daar in een huisje en we gingen daar naar een heel speciale viering van Pater Harry Haas, een vriend van mijn ouders.

Het speelde zich af in een grote gymzaal en er kwamen allemaal Indonesische families die hij kende en iedereen had pannen met eten mee, die we daar deelden. Er werd een mis gevierd met stokbrood en wijn en op het einde denderde er een Limburgse dorpsfanfare binnen. Het eten van Moeder was op de rand van zuur geraakt, in de lange autorit naar Limburg. Ik weet nog hoe erg ze dat vond... Maar deze 'misviering', die is me altijd bij gebleven: samen eten en drinken als ervaring van verbondenheid: hoe weinig zag ik dit terug in de donkere parochiekerk thuis.

Het was 'Projectgroep' in Limburg bij M.  thuis.  De groep die als Jaarthema had: 'Is  bidden zinvol?"
Mijn idee was, dat we gaandeweg, in de loop van de jaren milder waren geworden en de ideeën en het gevoelen daaromtrent, wel meer naar elkaar was gegroeid. Maar toen hoorde ik mezelf toch weer zeer heftig zeggen, hoezeer ik een hekel had aan al die schijnheiligheid in de Katholieke kerk en dat driekwart van de gelovigen zich daardoor ook in de luren laat leggen. De andere M. kwam daarover in opstand. Driekwart?! Enfin, nou ja. Misschien veranderen bepaalde zienswijzen toch niet, veelkleurigheid  en accentverschillen is ook een groot goed.