vrijdag 8 april 2022

Mixed. Van alles

Er zijn twee wijzen waarop ik boeken lees: ofwel een beetje langzaam, mij verliezend in beschreven landschappen, dialogen, interacties ofwel ik ‘scan’ een boek als het ware, op zoek naar ‘kennis’; nieuwe info. In dit laatste geval kunnen dat zowel romans zijn, en natuurlijk:non-fictie. Nu ben ik begonnen in Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker en verbaas me hoe ver ik er in een uurtje ofzo al in ben: ik lees dus scannend: het is een semi-autobiografische roman rondom de plek waar hij woonde, in wat toen nog Leningrad heette. Hij is na meer dan twintig jaar nu in Nederland met zijn Russische vrouw, bleek gisteren in Op1 en ze weten niet of ze ooit terug kunnen keren… Het zijn spannende, onbestemde tijden… Het boek begint in 1988, toen hij zijn eerste schreden in de Russische samenleving zette, eentje vol heftigheid,chaos, geweld, armoede, niet veel anders dan nu, lijkt het. Vier weken geleden was er maar één boek van hem beschikbaar in de online-bieb: nu is hij in ruime mate aanwezig.

Gisteren las ik, heerlijk slow, ter ontspanning, dat weet ik dan ook wel van te voren, want het is een literaire thriller, van oudsher vakantielectuur, Zijn Laatste Wil van Elizabeth George. In de detective en thrillergids  van VN komt ze niet meer voor, toch jammer voor een nieuwe generatie, die niet weet dat haar reeks van zeker 17 vuistdikke boeken rondom inspecteur Thomas Lynley jarenlang een terechte hit was. Deze speelt zich af op het eiland Guernsey, garant voor mooie natuurobservaties, en opnieuw bewonder ik het hoe zij talrijke personages introduceert, die gaandeweg steeds meer karakter krijgen, ook in hun verraderlijkheid en onderlinge relaties: zeer goed mogelijk bij eilandbewoners. In de relax-stand luister ik dan tegelijkertijd naar muziek en ik ontdekte via muziekrecensenten in de NRC zo o.a. BRUUT!, een intrigerende mengeling van ritmisch, jazzy en nog veel meer.

Ondertussen zit ik dus al zes dagen ongeveer binnen, maar voel me door het bos om mij heen toch ook buiten. Het is zó wisselend wat er gebeurt: bij regen is er nauwelijks leven, maar met wind en flarden helderheid is er een wolkenspel door de bomen, waar alles steeds van kleur verandert, en verschijnen er kort vogels, die zich bij regen meteen weer drukken en bij zon meteen beginnen te fluiten. Buurvrouw A. wandelde langs en gebaarde breedlachend naar mijn primula’s in een pot op het elektriciteitskastje: die waren in een paar dagen tijd met al die regen héél erg gegroeid, vol kleurige bloemetjes. Daar beleef ik zelf ook de meeste lol aan: gekocht als kleine groene plantjes nog in kweekbakjes en dan de eerste kleurige knoppen te zien verschijnen, tot ze binnenkort even groot zijn als die andere primula’s die ik al bloeiend heb aangeschaft. 

De post-pandemie-tijd, gecombineerd met een groeiend kluizenaarschap in mijn boshuisje, zo analyseer ik, bracht mij tot een voor mezelf verrassend besluit: ik heb er toch niet veel zin in om met haar zessen te gaan fonduen in een klein arbeidershuisje in Zwolle en daar ook met haar allen te gaan logeren…Raar, het voelt als een kleine revolutie: bijeenkomsten van de vrouwengroep heb ik nooit overgeslagen, ik ben zo trouw als wat. Maar misschien is daar ineens een andere tijd aangebroken: iets van een oud ‘zelf’ en een nieuw ‘zelf’…?  En misschien is dat over een tijdje ook gewoon weer over. Soms is het oké om alles onbestemd te laten.