vrijdag 10 juni 2011

Chinalach

China is deze zomer heel erg in, in Nederland. In Laren is een tentoonstelling Facing China met Chinese schilderkunst, het vaag waterige Chineze grijze gezicht kijkt me vanaf abri's bij de bushaltes steeds aan. En in Den Haag is er Den Haag onder de Hemel: op het Lange voorhout staan reuze beelden o.a. van een rode Tyranosaurus Rex van Sui Jianguo, een Confuciaan die zich zorgen maakt of met het beeld de harmonie van het plein niet verstoord zou worden. In het museum Beelden Aan Zee hangen in een wolkenhemel heel grote beelden van een Hollands melkmeisje en een boer die een zwart-wit gevlekte koe melkt.



In het cultureel supplement van NRC van gisteren staat een gesprek met hem en een andere Chinese kunstenaar Yue Minju, wiens beeldmerk breeduit lachende gekleurde Chinezen is. Intrigerend vond ik de beeldvorming die zij hebben van het Westen en zelfs specifiek van Nederland. Sui Jiangguo kreeg ooit twee delfs-blauwe- met- meerdere- kleuren bordjes. Hij heeft een volkomen paradijselijk beeld van Nederland: Nederland is voor mij een rustpunt in een totaal gekke wereld zegt hij . Hij hoopt dat de kloof tussen zijn ideaalbeeld en de realiteit niet al te groot is.

Tja. Mischien is het wel algemeen menselijk dat het ergens anders dan waar je bent altijd idealer is. Het spreekwoord van het gras dat altijd groener is aan de ander kant van de heuvel.
Yue Minjun heeft ook een interressante vooronderstelling. Zijn laatste werk bevat reusachtige, kleurige lachende Chinezen, waarvan de blauwe een lendedoek draagt: het zijn bijbelse taferelen, met Jezus in het blauw, in het middelpunt. Nee, hij zou geen christen willen zijn of worden. Maar de moraal en de werkethiek interesseert hem.

'Chinezen werken om veel geld te verdienen zodat wij kunnen stoppen met werken, want, en dat moet het westen nog 0ntdekken, wij haten werken. Christenen, en dan vooral westerlingen, zien werken als een plicht, als een levenslange opdracht. Fascinerend is dat, en ook een beetje absurd'.
Welnu: het eerste kan ik met mijn Chinese genen wel beamen. Ik ben ook helemaal geen werkezel. Maar is het tweede waar? ... Haten westerlingen hun werk niet, is het een opdracht en een uitdaging waar je ook genoegen in schept? Ik betrap me zelf erop dat ik die vraag toch oprecht stel. Dus maar steeds niet kan geloven dat al die drukdoende en hardwerkende mensen om me heen, dat werkelijk uit eigen vrije wil, voor hun plezier doen.