vrijdag 24 juni 2016

Jongeren en tijd van leven

Tijdens mijn studie theologie begon het al: de vraag naar 'de jongeren'. Ik begreep daar toen niks van. Achteraf gezien was ik natuurlijk zelf jong, maar ik telde niet mee in die vraag: ik was immers al 'binnen': ik werd theoloog en zat daarmee al in de wereld, waar alle andere jongeren bij weg bleven. Dat is dus mooi tegengevallen: want ook ik voelde me uiteindelijk niet genoeg thuis in de kerk en de christelijke wereld, om daar mijn beroep te kunnen uitoefenen.

Nu hoorde ik de vraag ook al gesteld op Oerol: waar blijven de jongeren? Een groter gedeelte van het publiek bestaat uit mensen rondom mijn leeftijd: vaak, net als ik, ooit aangestoken door het Oerol-virus en altijd trouw weer terugkomen. Maar het aparte aan Oerol is, dat alle theatermakers juist jong zijn. En dat er, vergeleken met kerkelijke en christelijke kringen, er toch ook heel veel jongeren zijn. Voor hen geldt kennelijk ook: eenmaal de moeite genomen om de oversteek naar het eiland te maken, dan raakt het Oerol-virus je  aan. Ik vond het leuk om onder de vrijwilligers zowel veel grijze koppies te zien, als heel veel 'jongeren'.

Vanochtend besloot ik het toeval haar werk te laten doen, net zoals bij de Chinese I TJING. Geef me eens een psalm waarop ik kan mediteren, was mijn vraag. Daartoe husselde ik met ogen dicht het handzame psalmenboek, zodat ik niet meer weet wat boven en onder is, voor of achter, en sla het dan open. En daar was de korte psalm 127: Wie waarlijk het huis wil bouwen. Dit zijn de beginregels: 

Als de Heer het huis niet wil bouwen,
vergeefs zwoegen daaraan de bouwers;
wil de Heer de stad niet bewaken,
vergeefs staat de wachter op wacht.

Het zijn woorden die iets zeggen over de menselijke inspanningen,die helemaal voor niks zijn, als 'de Heer', God dus, niet degene is die alles draagt. Dit is antropomorfe taal: alsof God een man is (of vrouw, maar zo is het niet in de monotheistische traditie) door wiens wil dingen mogelijk worden. Zonder de wil van God is alles vergeefs...

Hoe kunnen we daar nu iets mee? Hoe zie of ervaar je wat de wil van God is? ... Daar waar er nu geen jongeren zijn, waarvan gezegd wordt dat zij de toekomst hebben, dus alleen zij het huis waarlijk zouden kunnen meebouwen, zeg je door mensenogen, daarvan  zou ik zeggen, wil God toch niet dat het een voortgang heeft. Want ook de generatie jongeren wordt evenzeer door God geinspireerd,als een oudere generatie. Dat kan toch niet anders, want God is overal...

Ik denk dat elke tijd, de eigen vormen kent en zal krijgen. Oerol, de kerk, kloosters,ze verdwijnen wellicht, zoals de T-rex ooit op aarde heeft rondgelopen,Maar er komen andere levensvormen voor in de plaats. Als ik "God" zeg,dan  denk ik aan  menslijke activiteit die levendgevend is, die wat door mensen door de jaren heen is vormgegeven, niet afbreekt en niet verwoest. Het huis dat je bouwt blijft lang onzichtbaar. Een leefbare stad onstaat niet op de tekentafel , maar door er met alle leeftijden van de mensen in te blijven leven en het bewoonbaar te  maken voor elkaar.