donderdag 23 juni 2016

Venijnig vraagje

Ik vind het echt interessant: de resultaten van een onderzoek waarover Eveline Crone vertelde, die een lezing hield op het Stedelijk Gym, van nichtje L. Zij is neuro-cognitieve ontwikkelingspsycholoog en doet onderzoek in het Puberbrein. Zeer aanstekelijk vertelde ze erover. Allerlei hersengebieden kunnen nu daadwerkelijk gemeten worden middels MRI-scans enzo. Ze verzint allerlei testen om te kijken welke gebieden van het brein worden geactiveerd, en hoeveel dan.

Allereerst blijkt dat het emotionele gedeelte van het brein eerder ontwikkelt dan het rationele gedeelte: Eerst doen en dan pas denken, risico's nemen,  past dus bij pubers: De druk van vrienden daarbij zorgt voor significante verschillen. Kinderen zijn het meest gevoelig voor de stemmen van de ouders, volwassenen voor dat wat maatschappelijk de algemene normen zijn. Alleen pubers en adolescenten laten zich leiden door ongeveer 20 mensen om hen heen: de peergroup.

De duur van de adolescentie blijkt ook per maatschappij te verschillen: in sommige culturen is de maatschappelijke, sociale druk  al vroeg heel groot: het bevel om 'volwassen' te worden: verantwoordelijkheid te nemen en volwaardig mee te functioneren. De ene mens is dus op 16 of 18 jaar volwassen, en in Nederland is dat al bijna uitgerekt tot 30 jaar!

Wat me bij zal blijven is, dat bij kinderen die in de lagere school leeftijd jarenlang geen sociale aansluiting hebben gehad met hun leeftijdgenoten, op latere leeftijd het pijngebied extremer wordt geprikkeld dan bij anderen: Bij een afwijzing voelen ze dus significant méér pijn. Dat betekent dus, dat op jonge leeftijd al bepaald wordt hoe de rest van je leven eruit kan gaan zien...Het is heel goed mogelijk, maar nog niet met metingen onderzocht, dat dit dezelfden zijn die later last van depressie kunnen krijgen of chronische pijn.

Iets in me wil er niet aan: dat de vorming van het brein van jongs af aan zó bepalend kan zijn. Tegelijk zie ik ook in mijn omgeving dat het wel wáár blijkt te zijn: mensen veranderen niet meer snel als ze volwassen zijn en blijven bepaald te worden door patronen uit de kindertijd.

Intrigerend vind ik de vraag wat die langgerekte adolescentie betekenen kan: Is het dan niet mogelijk dat een ieder die omgeven blijft door ongeveer 20 betekenisvolle anderen, voor altijd in de adolescentie blijft? Dit zou dan kunnen gelden voor IS-gangers en wie weet ook voor elke gemeenschap die zich enigszins afsluit van de gewone wereld.

Wanneer het in kloosters gevleugelde woorden zijn, dat je 'de wereld verlaat'... hoezeer zijn de dromen en idealen die daar dan rondcirculeren, wel reëel?  Ik bedoel daarmee: is er een werkelijk zorg dragen voor elkaar, voor de mensen met wie je jarenlang leeft,  of biedt het kloosterleven ook een uitgelezen plek, dat ieder individu daarin blijft dromen en dwalen in eigen preocupaties, ook ten koste van anderen? Het is een venijnige vraag, ik weet het, maar het houdt me wel bezig.