donderdag 2 juni 2016

Succesnummertje

'Mirjam, kom eens', zegt vrijwilligster T.
O, ik zie het al. Ze wappert met het kerkblad: zo was ze ook eerder de eerste die een interview met mij daarin opmerkte. De pastor met wie ik ook elke maandagochtend mediteer, had gevraagd of ze dat 'gedicht' van mij uit het inspiratieblad in het kerkblad mocht zetten. 'Natuurlijk', zei ik.|

Daar stond het dan, maar wel een beetje opvallend. 'Met dit gedicht wensen we U een goede vakantieperiode toe!' staat erbij.
- O, jee, wat staat het er duidelijk in! reageerde ik.
- Ach tja, bladvulling, hé! zei T.
- En... wat vindt je ervan? vroeg ik.
- Nou... wat zal ik er eens van zeggen...?

Ik zag een hele, hele brede glimlach. Voor mij heel fijn, vooral omdat twee verschillende werelden en culturen dan even bij elkaar komen.
- Je had non moeten worden, zei ze.
- Tja!, zei ik.

Net kwam ze aan met gehaktballetjes met uiensaus, opgewarmd in een glazen magnetronschaal. - Neem er maar meer, zei ze.
Ik schepte er eentje weg, met een theelepeltje en hevelde het over naar mijn schoteltje van de koffie.
- Breng dat bordje dan hierheen, KNOEIERD!, riep ze.
- Ja, ja, ja!  stuntelde ik onhandig.

En dan nu nog eens het gedichtje, dat ook eens bij de Clarissen in het begin van een communiteitsgesprek is voorgelezen, raar hoe je dan ineens een succesnummertje hebt:

Ons dagelijks leven is vaak als troebel water
vol resten onvolkomenheid;
dingen niet gezegd en niet gedaan
onvervuld verlangen.
Laat de liefde een zeef zijn
die alles wat niet goed is
in haar fijnmazigheid opvangt en weg schept
zodat we onszelf op de bodem kunnen aanzien
in helder water
dat ons spiegelt en ons met elkaar verbindt.