maandag 12 april 2021

Hex. Paheli.

Ik zag hem vrijdag in Op1, zeer succesvolle schrijver van thriller-horrorverhalen Thomas Olde Heuvel, de master in suspense Stephen King prees en noemde zijn eerste boek Hex volstrekt origineel. Ik vond het bovenal meteen zo’n sympathieke jongeman die nog steeds wat verbaasd leek van het enorme succes, maar toch wel gedecideerd zei dat het recept erin zat dat zijn verhalen vooral heel erg werkelijkheidsgetrouw zijn, rakelings erlangs scheert en dat daarin dan de afwijking plaats vindt.

Ik keek meteen of er een e-book bij de bieb te lenen was, ja dus, en tot mijn verrassing speelt Hex zich af in Beek-Ubbergen, een dorp waar ik alweer lang geleden heel regelmatig kwam en ook wel wat van de ins en outs hoorde, het sociale weefsel van het dorp,  door drie stellen die er al levenslang ofzo woonden en daar uitgebreid over praatten tijdens het drinken van grote hoeveelheden wijn, na de tangoles.

Dus Hex is voor mij best  reëel en dat wat er er aan de hand blijkt te zijn wordt daardoor heel goed voorstelbaar: het dorp blijkt in het geheim te leven met de vloek van een heks die aan alle bewoners verschijnt met dichtgenaaide ogen en mond, de dorpelingen kunnen nooit meer ergens anders wonen en er is een Noodverordening waardoor er extreme maatregelen mogelijk zijn om het geheim onder de dorpelingen te bewaren. Ik herinner mij dat er in het bos inderdaad twee plekken waren waarvan verteld werd dat daar heksen samenkwamen in een heksenkring en dat er nog steeds dorpelingen zijn die er bij volle maan vieringen gingen houden. Zó dichtbij is het verhaal. En het was een keer zo, dat de beek, het helder water waar het dorp haar naam aan heeft te danken ooit bruin kleurde, ‘roest’ werd er gezegd, maar in het boek weten alle bewoners dat het een straf van de heks is en het om bloed gaat...

Het levert een aparte leeservaring op: ik loop zelf weer in de supermarkt Nico de Witt, door het Keteldal en over het Filosofen-pad en zit bij het haardvuur in Hotel-restaurant Het Spijker. Of loop op de pier onder de Waalbrug en wandel over de Waalkade en zit weer op het Stedelijk Gymnasium: bewoners kunnen wel gewoon functioneren buiten het dorp, maar als ze iets proberen om de vloek van de heks te doorbreken, een aantal jongeren wil via internet zo wetenschappelijk mogelijk alles rondom de heks wereldkundig maken en maken een archief en loggen daarvoor in op school, of in de bieb, in de stad en dat is Nijmegen, dus. Alles begint uit de hand te lopen. Ik ben nu over de helft en ben benieuwd naar de apotheose en het is ook best grappig om het boek zelf in een bos te lezen, terwijl de achtertuin van vele hoofdpersonages ook aan het bos grenst. Ook hier wordt beschreven hoe geluid zonder dempende wanden heel ver draagt, een ervaring die ik hier zelf ook ontdekt heb. 

Iets wat mij bijkomend intrigeert, is dat de schrijver zelf mij zo bekend voorkomt. En ja: hij blijkt te zijn geboren in Nijmegen, zijn vader is vroeg overleden en hij is opgegroeid met zijn moeder en zijn zusje, geboren in 1983. Zou ik hem ooit als kind hebben meegemaakt? Kwam hij weleens in wijkcentra, of was hij misschien een speelgenootje van oppaskind E.? 

's Avonds mijn zinnen verzet met een Indiase film: Paheli. Een volkssprookje verfilmd op een wijze waar alle acteurs ook lijken op animatie-figuren, alles heel kleurig, omlijst met muziek, het tempo van het vertelde is traag en beeldend, heel anders dan de snelle westerse verteltrant die zo op actie gericht is,  in plaats van je meenemen met je gevoel. 

In tegenstelling tot Hex, is er hier een vriendelijke geest, die verliefd word op een mooie vrouw, die vlak na haar huwelijk in het huis van haar schoonfamilie wordt achtergelaten: haar kersverse man moet van zijn vader vijf jaar lang op handelsreis gaan, want dat zeggen de sterren zo, het is een gunstige tijd voor zaken. De geest verschijnt in de vorm van haar man aan de vrouw en onthult ook dat hij een geest is, maar dat hij altijd bij haar zal blijven. Dus de vrouw gaat werkelijk van hem houden en uiteindelijk laat de geest zich ook niet vangen in een leren waterzak, in de confrontatie als de familie en het dorp moet uitmaken wie de echte man en wie de geest is, duplicaten van elkaar.  Eind goed, al goed.

Frappant is, dat de verteller één keer een moderne explicatie geeft, wie de geest is: Dat is alle liefde die er in de vrouw en ook in iedereen aanwezig is, ook al heeft de liefde geen adres. Dat liefde altijd rondwaart. Wel een mooie wijsheid.