dinsdag 27 april 2021

Koningsdag 2021

Vanochtend, op een dag als deze, Koningsdag, heb ik de meeste last van de Coronatijd. Het zit in mijn systeem geprogrammeerd om halsreikend wakker te worden op zoek naar reuring: eerst even een stukje op de tv kijken naar het Koninklijk Gezin dat zich onder het feestende volk van Oranje begeeft, fanfare en drumband, heel veel geroezemoes van mensen met vlaggetjes en uitgedost met slingers, oranje kleding, toeters, feestmutsen. En nu liepen ze over een kaal bedrijventerrein, die hi tech campus heet, vol ‘kenniswerkers’, waar ‘de toekomst gemaakt wordt’. 

Hoezeer ik ook ben voor innovatie, duurzaamheid, steeds slimmer wordende technologie, cultuur en kunst die door jeugd wordt geïnitieerd; op deze dag wil ik alleen maar lachende handen schuddende hoogheden en kleedjes zien; spullen van zolders vandaan gesleept, de geur van braadworst en friet en snuffelen naar dingen en prullaria van vroeger. Ik schat dat de helft van mijn gebruiksvoorwerpen in mijn huis in de stad op deze dag gekocht zijn. Van een snorkel waarmee ik jarenlang naar tropische vissen keek over de hele wereld, tot mijn broodtrommel, mijn vergiet, glazen,  Nijntje die aan een ster aan het douchegordijn hangt. 

Nu was ik op zoek gegaan naar een kruidenrek en een tuingieter, maar er is  nergens, niks, natuurlijk. Hé, bah, wat saai. Volgend jaar, als de Coronatijd dan over is, dan ben ik nu in mijn stad, dat weet ik zeker, dacht ik, en dan fijn het ouderwetse programma afwerken. Of misschien zelf met een kleedje vroeg de hort op, een plan dat de vrouwengroep voor vorig jaar al had. Een vrouw liep voorbij met haar hondje. ‘Kom je nog langs?’ vroeg ze. Ik stond inderdaad op het punt om mij naar haar te begeven want het Koninklijk Bezoek in Eindhoven was net voorbij.

Gisteren vertelde ze dat ze elk jaar wel een kleedje uitlegt, net als haar overburen, maar die waren er nu niet. Hoe ik een andersoortige adrenaline door mijn lijf voel gaan, alleen maar bij de uitstalling van allerhande waar! Er bleek veel baby- en kinderspul bij te zitten: allemaal verzameld nog uit de tijd dat haar kleinkinderen jong waren en hier op bezoek kwamen. En elektrische klus & tuinapparaten, maar die had ze al verkocht, ze zat er al vanaf 10 uur. Zij zou ze niet gaan gebruiken, ze waren van haar man die anderhalf geleden is overleden.

En dan hoor je weer over het leven van iemand. Bij haar zoon was twee maanden geleden een hersentumor geconstateerd, levensverwachting misschien anderhalf jaar, in één maand tijd meerdere operaties gehad, maar ze konden nu niet meer van de hersens wegsnijden. Een kindje van nog geen anderhalf en zijn vrouw is 31 jaar. Zij konden nu niet goed met elkaar praten, nadat ze gezegd had: jij verliest misschien je man, maar het is ook heel erg om je zoon te gaan verliezen...

‘Elk huisje heeft zijn kruisje’ zei ze op het laatst en dat ‘hoop’ je aan de gang houdt. Er waren speciale medicijnen uit Duitsland, wie weet... Ik kocht bij haar zo’n baby-wasbakje waar je aan twee kanten water kunt doen, met in het midden ruimte voor een stukje zeep. Veel gebruikt in mijn oppastijd om babybilletjes op een commode mee te wassen. En nu ga ik het gebruiken als spoelbak bij de afwas.Ik kon me nog net weerhouden om geen kleine Nijntje mee te nemen... Ik zou het leeg houden, in mijn huisje! Een andere buur van haar, die hier ook al meer dan dertig jaar staat, ik had haar nog nooit gezien, kwam haar een oranje gebakje brengen. Aan één huisje verderop wappert de rood-wit-blauwe vlag met een oranje wimpel.