dinsdag 18 mei 2021

Máxima

Tja, je bent dus fan van Máxima of niet, en ik ben dus fan. In het verjaardags-interview met Matthijs van Nieuwkerk gisteravond voor haar 50ste, zie ik een gelukkige vrouw die al haar potenties gebruikt, warmbloedig, en nog even veel houdt van haar man, als toen ze als verloofde in haar rode jurkje werd voorgesteld aan het Nederlandse volk. 

De kern is of iemand ‘relatable’ is; of je haar keuzes, gedachtegangen, gevoelsleven kunt volgen, en Máxima snap ik helemaal. Zij vond de lamp die zij bij studio Drift zag, gemaakt van paardenbloemenpluisjes meteen mooi en vroeg of deze in het groot gemaakt kon  worden en ze vindt het iets magisch hebben als deze brandt als ze thuis komt. Zij heeft een schattige foto van haar man op haar werkkamer, waar hij ‘schalks’ kijkt, zei Matthijs, dat woord kende ze niet, de blik was niet naar haar want ze was er niet bij toen de foto gemaakt werd door een vriendin en ze kreeg het als een cadeautje en je snapt meteen waarom ze dol is op deze foto.

Ze houdt van poëzie, je hoort haar voor het eerst in haar moedertaal spreken waar ze een gedicht van Pablo Neruda voordraagt:  'La Poesia', over de betekenis van poëzie dat in het Engels zo eindigt: And me, a tiny being /  enabriated by the great void / filled with stars, / in the image and the likeness of the mystery /  I felt I was a part of the pure/ abyss / I wandered with the star s/ my heart was unleashed in the / wind. En ze woont in de woorden, ze weet wat ze uitspreekt. Zij vertelt dat ze vaak, tussen alles door, een gedicht leest en ook op reis vaak een gedichtenbundel in haar handtas heeft. Dat had ik ook, in mijn werktas van het wijkcentrum. Zij geeft Matthijs ook een gedichtenbundel uit haar eigen verzameling van Louise Gluck, aan de kaft zie ik dat het haar bloemengedichten zijn, Matthijs lijkt iets te vragen, waarom dit en ze zegt volkomen vanzelfsprekend dat zij dit jaar de Nobelprijs van de literatuur heeft gewonnen.

Ze praat over het verdriet van haar verlies van haar zus Ines, die zelfmoord heeft gepleegd, op haar begrafenis heeft ze gezongen, dat deden ze samen veel, het was van Bob Dylan: Knock on Heavens Door met de woorden: Mama, take this badge from me/ I can’t use it anymore/ It’s getting dark, to dark to see/ I feel I’m knocking on Heavens door. Maxíma hoort de woorden aan en knikt alleen maar, zo was het en ik denk: wat een kracht om dit dan te kunnen zingen op haar uitvaart... Nu ervaart ze weleens haar glimlach daar is ze blij om en ik herken het woord in deze context. 

Over hun vakantie naar Griekenland blijft nu alleen hangen dat ze altijd denkt in mogelijkheden en ook anderen daartoe wil zetten en ze zó dus dachten: Ze zijn gegaan, het was niet eens zo belangrijk voor ze:  dit is mogelijk; het mocht, maar het was niet solidair, zegt ze, een inschattingsfout. Kun je haar dat kwalijk nemen, als je het ook gewend bent om een dagje op en neer naar je moeder in Argentinië te vliegen? Binnen haar context maakte ze een extra rondje in het park. En de speedboot van twee miljoen? Haar man wilde die zo graag, ze gunde het hem en ik zou ook denken: als dat voor jou het ultieme symbool van vrijheid is, dan ga je niet meer steggelen om het geld, je weet dat ‘het volk’ het af zal keuren, maar dat had ook gekund als de boot vijf ton had gekost. Het lijkt mij wel passen bij die recalcitrante Willem Alexander van 18 jaar, die toen het liefst piloot was geworden en zeer zeker voor de liefde afstand zou doen van de troon. Als enige van haar gezin kent Máxima het leven zonder het keurslijf van een koninklijk hof. 

Dan hebben ze ook beide het Oranjefonds, een huwelijkscadeau van het volk, klein begonnen, maar uitgegroeid tot een bestand met 4000 (!) vrijwilligersorganisaties dat zij ‘het gezicht van Nederland’ noemen en waar ze beide trots op zijn. En ze houdt van haar man, dat is duidelijk, ook in haar woorden op het einde: hij is haar anker: 'Hij houdt mij scherp  en hij duwt mij... hij prikkelt mij om mijn werk te doen en hij houdt me tegelijk vast’, zie ik haar zeggen op YouTube waar alweer talloze fragmenten uit het interview terug te zien zijn. Kortom: Ik ben dus fan.