woensdag 9 juni 2021

Een lange dag

Ik word wakker en vind op YouTube Catch the Wind, gezongen door Joan Baez en Mary Chapin Carpenter. De laatste had ik nog nooit ‘geschminkt’ en in nette kleding gezien, ik ken haar alleen van haar trouwe wekelijkse verschijningen in haar eigen huis, een jaar lang tijdens de lockdown. Met bril op, spijkerbroek, trui, petje, en haar hond Angus en haar poes Kitty die ze altijd beide noemde. Ik vroeg mij altijd af of ze nu werkelijk alleen woonde in dat grote boerderij-achtige huis ergens op het Amerikaanse platte land, het wekte de indruk van wel. 

Het liedje was  opgedragen aan Mimi, de overleden zus van Joan Baez waarmee ze vaak gezongen heeft en daardoor krijgt het liedje dat melancholieke dat met afscheid en gemis te maken heeft. Dat had het tevoren nooit zozeer, in de oorspronkelijke versie van de blije Donovan, maar nu voel je het: Try and catch the wind, dat kán  niet...En dat terwijl ik zo blij ben om wakker te worden en de zon net boven de bomen te zien verrijzen.

Want gisteren voelde aan als een lange, lange dag die ik om de een of andere reden, met een scherp bewustzijn beleefde. Het begon met een vroege ochtendwandeling en ik dacht erbij: Ik woon in een bos en ik kan er zó in wandelen, wat bijzonder toch! Ik zag een liedje dat was opgenomen in Central Park in New York en dat zag er precies zo uit als ik de parken in Londen heb meegemaakt, drie jaar geleden, in een bloeiende lente, overal groepjes mensen. Ik denk daar nu vaak met heimwee aan, zou ik dat ooit nog zo onbevangen mee kunnen maken, met de bus naar Londen? Maar ik vond het een troost dat dit er weer zó was in New York, dat zo zwaar geteisterd is geweest door COVID. Er liepen ook mensen met mondmasker, maar het leven herneemt zich.

Het liedje was We Believe You, gezongen door Diana Jones en de ‘you’ dat zijn de vluchtelingen, ze heeft een heel album vol naar hen gemaakt: Songs For Refugees. Het leek ‘Wereldvluchtelingendag’, maar mijn Nederlandse krant maakte er geen melding van, en dat was het gisteren ook niet: dat is het Zondag 20 Juni. Dat zo’n dag bestaat...bepeinste ik en wat raar ook en geprivilegieerd, dat de ene helft van de wereldbevolking naar de andere kan zingen: wij geloven in jou...Ik hoor tot de paradijsvogels van de wereld.

En zo ging de dag door, waar mijn geest aanwezig was in allerlei levensgebieden: ik ontsloot de sloten op de schuurdeur van broer Y. met codes en dacht aan de vele deuren die ik in de wijkcentra open en dicht heb gemaakt. Ik sjouwde met een steekwagentje naar de receptie en bracht mijn moestuinbakken naar mijn huisje en dat tot twee keer toe en bij elkaar is dat vier kilometer wandelen. Ik bepeinste  dat afstand vanuit en in het bos anders voelt dan in de stad. Ik las Anna uit, de biografie van Annejet van der Zijl over Annie M.G. Schmidt en raakte daardoor in alle tijden van mijn leven, ook door de citaten uit boeken en liedjes, ik heb eigenlijk bijna alles van haar gelezen, realiseerde ik mij, die boeken bevinden zich in het nieuwbouwhuis, en ik vind haar kennelijk een beetje onmisbaar, want ook hier heb ik tweedehands twee boeken van haar aangeschaft die ik nog niet had, ook om de illustraties van Fiep Westendorp. 

En uiteindelijk, helemaal op het einde van de dag ging ik slapen en verwonderde mij: was het écht dezelfde dag als van mijn ochtendwandeling? Dat lijkt zo lang, lang geleden... En toen werd ik in het donker ineens héél misselijk. En een beetje misselijk met wat spierpijn, zowat te veronachtzamen, dat ben ik, sinds mijn Corona vaccinatie. Maar nu was het er in alle heftigheid, hoezeer ik het ook probeerde te ontwijken. En dan denk je plotseling: het was toch niet de laatste dag van mijn leven, dat zal toch niet de reden zijn, dat ik deze lange dag zo bewust en intens heb meegemaakt? Zou het zomaar kunnen zijn, dat ik over een weekje ofzo, hier in bed gevonden word? Zal ik het ochtend zien worden?

En het werd ochtend. Ik gaf uiteindelijk over, ik zal wel iets verkeerds gegeten hebben. Al wat opgelucht, ook letterlijk, ademde ik diep in de nacht de boslucht in en keek naar de sterrenhemel. En opnieuw was en ben ik dankbaar voor het leven.