maandag 28 juni 2021

Weekend en voetbal

Ik heb na mijn studententijd eigenlijk nooit een ‘weekendgevoel’ gekend. Ik werkte meer dan 30 jaar in de wijkcentra en had daar onregelmatige diensten in blokjes van ongeveer vier uur elk: ochtend, middag of avond en ook in het weekend. Een keer in de drie weken kreeg je een rooster, waar je zelf wel enigszins  invloed op had, omdat je kon aangeven wanneer je niet ingepland wilde worden, want je werkte in een team van drie-vier ofzo. Ik werkte parttime en dat hield het leven prettig onvoorspelbaar. Vooruit: totdat ik de enige beheerder was van het wijkcentrum, waar ik op enigszins vaste tijden openging, maar dat kon met eigen aanpassingen ook in het weekend zijn. Totdat ‘rechts’ aan de macht kwam, het sociaal-culturele leven geleidelijk afkalfde en de wijkcentra zoveel mogelijk maar dicht moesten blijven in het weekend, want dat was duurder dan door de week. 

Maar hier in het bos is het weekendgevoel terug: vanaf vrijdagavond tot zondag vroeg in de avond is de parkeerplaats voor de slagbomen vol en zijn er veel meer mensen op het terrein, terwijl het door de week stil en leeg is. Mijn naaste buren komen altijd tussen 19.15-19.30u op vrijdagavond en vertrekken op zondag om dezelfde tijd en de buren aan de andere kant van het straatje houden het op zaterdagmiddag tot zondag; die beëindigen standaard hun weekend, door ergens eten te halen (dan zie ik hun auto niet en dacht eerst dat ze dan al weg waren), het te verorberen en te gaan. Ik heb dus geen buren, behalve in het weekend. Door de week kan ik de mensen die op een dag door mijn straatje lopen, meestal op één hand tellen.

Maar gisteren toen Oranje voetbalde was de sfeer ineens anders. Heel vroeg in de ochtend hing de buurvrouw een groot oranje spandoek aan een buitenluifel en veegde het terras, terwijl haar man en zoon, zoals elke ochtend, al 43 jaar lang, op pad zijn om wild te gaan fotograferen. Om 17u begon het naar frituur en bitterballen te ruiken, ik hoorde verder niks, de gordijnen waren gesloten, ik denk dat ze met koptelefoons keken en luisterden. Meteen toen Oranje definitief verloren had, sjouwde Zoon in een oranje T-shirt de weekendtassen de auto in, het spandoek erop gevouwen, en toen de eerste druppels regen vielen vertrokken ze. En aan de overkant waren ze al eerder op de middag vertrokken: die hadden kennelijk besloten om al het voetbal van de avond thuis te gaan bekijken.

Ik zelf was bijna om voor het voetbal: de wedstrijd vanuit het Wembley-stadion, ik weet al niet eens meer wie tegen wie, vond ik zeer het aanzien waard en ik begon er lol in te krijgen om de bewegingen op het veld te zien, gecombineerd met close-ups, slow motion, en beelden van boven en ontdekte dat je niet iets anders ertussen door moest gaan doen, dat haalde de intensiteit en concentratie meteen weg. Maar gisteren was ik na tien minuten wel weer klaar, Wat saai, zou het ook aan de registratie liggen? Ik zag alleen weer die mannetjes in de verte op dat groene veld heen en weer lopen. ‘De wedstrijd zit op slot’, hoorde ik als commentaar,  terwijl ik even terug zapte.

Want ik keek ondertussen op het andere net naar het wél heel spannende ‘Uur van de Wolf. Mijn Rembrandt'. Ook hier bijna allemaal mannetjes in de hoofdrol, op zoek naar échte Rembrandts, de   Franse  verkoper die met zoveel liefde sprak wat een schilderij met hem deed, maar nu het geld nodig had, de machinaties in de museum- en kunstwereld; de museumdirecteur, de kunstkenner tot en met de ministers van cultuur van Nederland en Frankrijk  (de enige twee vrouwen)  en oude vriendschappen die kapot gingen omdat de ene zich verraden voelde door de andere… Hier het drama op chique gezichten, letterlijk gezeten in het pluche binnen in kamers vol kunst, hetzelfde en ook weer heel anders dan al die ‘jongens’ op het veld buiten: de voetballers, de coaches, het publiek op de tribunes.

Nou ja. Ik had al geen zin meer in België-Portugal, al had ik daar ‘Ronaldo’ kunnen bekijken, wat ik van plan was, een onderzoekje of ik iets ervan kon zien waarom hij zo’n ster is. Maar ik begreep dat hij niet heeft kunnen doen waar hij zo sterk in is en Portugal gaat naar huis, dus dit onderzoeksprojectje kan ook geen doorgang meer vinden. Nieuwsgierigheid drijft mij voort: ik ga toch nog wel weer een wedstrijd proberen en ben ook benieuwd hoe de buren zich het aankomende weekend gedragen.