woensdag 16 juni 2021

Vingerhoedskruid. Hout sprokkelen. Bab Gons

Ik zag ze voor het eerst anderhalve week geleden in het bos, op weg naar Apeldoorn: grote toortsen roze vingerhoedskruid. Een week later waren het er een heleboel meer geworden, en toen zag ik ze ook staan in de Hoge Veluwe. Het is kennelijk een plant die hier de inheemse bossen is binnen gedrongen, want ineens op een wandeling hierachter stikte het er ook al  van. Dus gisteren heb ik er twee met een schop uitgegraven en die torenen nu fier aan de zijkant van mijn huisje, tussen het hoge gras. 

Het bos om er boodschappen in te doen: zo voelt dat als je er met een grote boodschappentas in loopt, gisteren dus om twee keer de grote vingerhoedskruid te vervoeren en zonet toen ik er takjes ging verzamelen voor een ‘kampvuurtje’ op mijn terras. Gisterenavond voor het eerst: een BBQ die overgaat in een piepklein vuurtje in de ronde BBQ-bak. Het is hier ten strengste verboden: open vuur, maar er loopt hier in het donker geen mens voorbij en met de BBQ-deksel en het gereedschap er nog bij, is het ook nog mogelijk om net te doen alsof je toch nog aan het BBQ-en bent, want dat mag weer wel.

Het is deze week de OEROL-week, waarin ik gelukkig niet over hoefde te denken of ik daarnaartoe wilde, want het is op het laatste moment afgelast. Toch krijg je nu elke dag op de mail een OEROL-Dagkrant net alsof je er bent, en alles actueel is, met zoals altijd interviews met makers van voorstellingen, verslagen van aparte fenomenen op het eiland. Het doet vermoeden dat vėél van die dagkrant dus al lang  tevoren al geschreven is, en men nu niet alles wil laten verspillen.

Er was daar een paar jaar geleden in een nieuw project dat de vervanging was van een feestende meute op het Groene Strand, op een nieuw terrein met hoge boeien, bij de haven iets wat heette, zeg ik nu uit mij hoofd, Babs Literaire Salon. Een taalkunstenaar uit Suriname die gasten ontving en zelf gedichten voorlas. Dat was dus voor de Black Lives Matter-tijd en nu begint zij landelijk door te breken, ik zag haar ook al in talk-shows. Ze heet Bab Gons en ze heeft een gedichtenbundel uitgebracht Doe het dan toch maar en één was mij gisteren al opgevallen en nu kreeg ik die ook nog eens  toe gemaild.

Het geeft zo goed die gekke periode weer, waar ‘rouw’ ook een thema is in je leven, zonder dat je dat de hele tijd bewust bent. Ik typ het hier over, om met deze handeling stil te staan bij hen die niet meer onder ons zijn, maar wie we wel altijd ergens in ons hart meedragen.

DULDEN

ik weet niet wat rouw is
heel lang stil zitten op de bank
de keukentegels achter het fornuis half schoonmaken
boren, heel hard, in de muur
plankje erop, nieuw plantje erop
hartjes sturen naar iedereen van wie je wil
dat ze nooit doodgaan
een hele dag op chocola leven
vervelen, even niets willen
halverwege het huilen denken
stop nu maar
hardop praten tegen jezelf
dingen zien die je eerder niet zag
een partner willen die al het verdriet wegneemt
en met wie je het donker wegvrijt
mooie herinneringen vertellen
aan de lucht
en soms over de telefoon
een altaar willen maken
maar dat ook weer vergeten
je heel klein voelen
heel nietig
heel stom
dat ik nog leef
en bepaalde dagen
er soms een hele tijd niet aan denken
en je daar rot over voelen
alsof  je twee verschillende sokken draagt
een zwarte die rouwt
een rode die hard doorleeft
rouw is misschien wel van de ene voet op de andere wippen

Rouwen was voor mij ooit, een lange periode regelmatig houtspronkelen in het bos en er tot diep in de nacht een groot vuur van maken. Dat was louterend.