zaterdag 26 juni 2021

Veluws leven

Zonet kwam W. langs: of ik Wifi heb, hij wilde op Buienradar kijken of hij nog naar de markt van Apeldoorn zou gaan fietsen. Daar twijfelde ik ook even over, maar had al besloten om niet te gaan. Ik had me bijna verplicht kunnen voelen, want twee weken geleden gaf een marktkoopman mij iets van een euro gratis mee: ‘Je komt vast nog weleens op de markt, breng me het dan maar… Dit doe ik niet bij iedereen hoor!’ Ik vond dat zó leuk en heb zoiets nog nooit mee gemaakt. Ik wist dat dit op zijn vroegst nu was geweest, maar ik kwam op het idee om bij de Vietnamese loempia’s één euro erbij te pinnen en kwam hem dat brengen: ‘Nou lieverd, je zou toch pas op zijn vroegst over twee weken komen!’ reageerde hij.

W. blijkt de bewoner te zijn van de meest vervallen plek op het hele terrein, in het pad waar ik vanaf mijn tuin inkijk. Hij is 80 jaar, zit hier al 47 jaar, net zoals de bewoners van de twee plekken ernaast, zijn vrouw is 25 jaar geleden overleden, een buurvrouw van hem liep voorbij en die bleek vorig jaar weduwe te zijn geworden. Vroeger hielden de drie stellen uitgebreide etentjes in de tuin, samen met alle kinderen die hier zijn opgegroeid. Een van zijn dochters en schoonzoon bewonen de caravan aan het begin van dat pad, op de hoek tegenover mij. Weer een stuk sociale kaart ingevuld en ik vind het een leuke gedachte dat dit pad zoveel oude bewoners kent.

W. wil hier blijven totdat hij niet meer kan. Hij is nog zéér vitaal, hij fietst zonder elektriek en is scheidsrechter bij volleybal op internationaal niveau en was degene die ervoor zorgde dat de leeftijdsgrens van toen, die 55 jaar is, nu dus  opgerekt is, totdat je het zelf niet meer kan. Hij is een fervent fietser, is in Spanje, Schotland, Ierland, geweest eerst op bezoek bij een bekende uit de sportwereld en dan het land fietsend verkennen. Met Cycletours is hij ook in Equador en Siberië geweest. Hij blijkt 21 kleinkinderen te hebben en dat kwam omdat hij als jongeman huwde met een vrouw die al acht (!) kinderen had. Van die 21 zijn er 4 kleinzoons die wel ook uit zijn bloed voorkomen.

Een boeiend en actief leven dus, dat de laatste jaren kennelijk ook een andere kant kent: hij krijgt hulp van het Leger des Heils. De nieuwe eigenaar van het park wil hem waarschijnlijk van het terrein krijgen, heeft daarvoor wel al zijn dochter benaderd en het Leger des Heils, maar zelf heeft hij nog niks gehoord. Samen met deze man heeft hij enige weken geleden wat opgeruimd bij zijn caravan, dat was me wel al opgevallen, maar die is op zijn hand en vond het hier een geweldige plek. Hij vroeg me dus naar Wifi, maar liet ook vallen dat hij honger had. Die opmerking heb ik maar genegeerd.

Zelf ben ik ook zeer aan het genieten van deze geweldige plek hier, en heb de boel ‘zomerklaar’ gemaakt: een waslijn buiten gemaakt, want de was gaat nu niet meer op de kachel, een hordeurtje van gaas gespannen, een tip van Y., waardoor ik voor het eerst sinds lang weer in de Action kwam, ik verkies hier de ouderwetse Winkel van Sinkel in de Dorpsstraat van Beekbergen, waar ik onlangs zo’n gezellig wit vierkant vliegengaas-parapluutje scoorde, met een witte  kanten rand. 

Ik eet al twee dagen salade, vers geplukt uit het ‘moestuintje’ en tot  twee keer toe in twee dagen naar de Kringloop gefietst. De tweede dag had ik spijt dat ik toch niet dat kleine houten opklaptafeltje had gekocht en die twee vierkanterige bordjes met een grote rode papaver erop. En toen vond ik ook nog een wit gordijn met lichtgroene bloemstelen erop en vitrage-achtige lijnen; een dun gordijn dus, precies mijn smaak en prima om de terrasdeuren nu wijd open te kunnen houden, de hele dag, zonder bang te zijn dat insecten van allerlei soort binnen komen: 7,50 euri, compleet met haken en de rails hing er al, klaar!

En ik vond er een klamboe, ook al een wens van mij. Ik zat tot laat op de avond buiten en toen kwam de Vos, als kers op de taart, en trakteerde mij voor mijn neus, met een rondgang rond de tafel, liggen in het gras, met de voorpoten op de tafel springen en uiteindelijk kwam zij zó dichtbij dat alleen het klamboenet ons scheidde en ik mijn voeten naar achter deed, onder mijn stoel. Hé, dit is het leven hier, op de Veluwe.