En toen…waren er geen struiken meer voor. Binnen dik een uur was het gepiept. De laurierkers, de witte seringenstruik, de sierappeltjes waar ik en buurman J van genoten, behoren voor de buurvrouw niet bij de nagedachtenis aan J. Volgens haar waren het MIJN struiken en ik moest ze weghalen en anders zou ze juridische stappen ondernemen. Ze wil een hek plaatsen met palen in het cement.
Zo triest ook…hoe mensen vast kunnen houden aan hun eigen waarheid en niet kunnen openstaan voor de beleving van anderen. En daarin ook gedeelde ervaring kunnen vergeten. Want ik meen me toch écht te herinneren dat ook zij genoot van de grote geurende witte seringen…
Gelukkig krijgen alle struiken een tweede leven op het erf bij L en J. Kundigheid en kennis maken dan toch ook alles uit, want L is ook hovenier. Exact weten wáár je de wortels kunt wegsteken en hoe te snoeien, zodat alles in hun auto paste.
Een stuk seringenstruik herplant in de voortuin. Met daarom heen allemaal stekjes seringen, kleine takjes van ongeveer een decimeter, waar al een beetje groen blad in de knop te zien is, zó de grond in. Dit kan wellicht weer uitgroeien tot grote weelderigheid…
S’ochtends nog de laatste foto van de rode bloesem van de sierappeltjes. En dat is dan dat.