dinsdag 7 december 2010

Essen

Wat was het gisteren een prachtige treinreis, Duitsland in: een winters kerstlandschap met besneeuwde velden, wijds glooiend met enkel wat dorpjes en kerktorentjes hier en daar. Het landschap is zo stil, met sneeuw, ik geniet daar van. Al woon ik ongeveer mijn hele leven tegen de Duitse grens aan, ik begin het nu pas te ontdekken als een nieuw achterland. Met een schöner tage-ticket kun je de hele dag treinen voor 37,50 euri, met vijf personen! Ik was met zijn tweetjes en dan is het ook nog heel goedkoop.

Gevolg is, dat er een prettige relaxte sfeer hangt op de overstap perrons. Groepjes dames gezellig aan het keuvelen, oudere stellen die met zijn vieren op pad gaan. Ik ging naar Dortmund, leuk weer naar de Weihnachtsmarkt. Alleen was die niet zo leuk in D. D. zelf was niet zo leuk: een stad ooit flink gebombardeerd dus met een vooral recht stratenplan vol winkels, de kerstmarktstalletjes magertjes erlangs geschaard. We waren ook wel verwend met Berlijn en een sprookjesachtig winters sfeerpark in Kleve, konkludeerden we.

Waarom niet naar Essen? Lag ook nog op de route. En de Weihnachtsmarkt in Essen was heel fijn. Nog fijner was de sfeer in de stad. Middenin staat een kloosterachtig gebouw waar lang in roemrijkere tijden zusters hebben gewoond. Dan weet ik het weer: ik hou van de tussenruimten en gebieden. Van de stilte en rust van de kerk weer de gezellige drukte van de Weihnachtsmarkt in. Maar centraal, dat is die rust, die lege plek.

Bij een andere kerk was een deel van de zijkant weggehakt en daar was een blauwe heelal hemel gemaakt van glas. In dat gedeelte werden de anonieme doden, de zwervers en bedelaars, elke week herdacht. Hun namen geschreven in schoonschrift in een boek, hardop voorgelezen. Alsof je daar dichter bij je eigenlijke staat komt. Wie ben je, als niemand je meer kent, als je weggeschreven en afgeschreven bent? Dan blijf je een naam in Gods hand: er blijft Leven dat je koesteren wil en jou omarmt; je bent gekend en gezien.