vrijdag 17 december 2010

Hollandse Kerst

Wat ziet de wereld er weer prachtig uit. Al die fijnbepoederde sneeuw langs bomen op, de kleine takjes, het riet dat met zwarte pluimen in een keer afsteekt. Sneeuwvelden in het parkje achter, ook het water is besneeuwd. Voor mij mag het zo blijven tot eind februari. Mooi gedempt geluid, blauw oranje middagzon ...and may all your Christmases be white... zong Karen Carpenter met die warme bruine stem op een kerst-cd die ik onlangs vond van hen: The Carpenters, jeugdsentiment; quicksteppen op On top of the world...

Hoe wit mag de Kerst worden en wat zeg je daar nou mee? Rare wens van een van werelds bekendste kerstsongs. Dat woord Kerstmis, die maakt toch de wens uit, er spreekt iets van puurheid uit, zuiverheid, helderheid. Wens je het over je verjaardag of over een vergadering of over een feestje, een receptie: dat werkt niet, daarvan wil je niet dat die wit zullen zijn. Die moeten eerder boordevol kleur, actie en evenement zijn.

Gisteren was ik op zo'n oranje gekleurd evenement met rood wit blauw: een Hollandse Avond, voor het gemeentepersoneel dat in sportcomplexen, jeugdhonken, wijkcentra, sportvelden, buurthuizen, stadskantoren en zo werkt. Het was bijna weggesaneerd wegens de bezuinigen dit jaar, maar door gemor van het personeel alom, heeft het toch mogen plaatsvinden.

Een kerstbijeenkomst, wat het oorspronkelijk was, kun je het niet meer noemen. Het heet officieel eindjaarsbijeenkomst, nu. Eentje waar wit ook niet de kleur is waarnaar gestreefd was. Bij binnenkomst mocht een ieder een oranje gekleurde hoed, van toveraarshoed, tot cowboyhoed, bolhoed, voetbalhoed, rare pet of pruik uitzoeken. Om te eten was er friet waar men in lange rijen voor moest wachten, broodjes haring, stroopwafels, poffertjes. Hoe Hollands. Hoe blij mocht je daarvan worden: de opperste saamhorigheid van gemeentelijk personeel in de dienstverlenende sector. Ook het bezinnende moment van een der directeuren was, geloof ik, geschrapt.

Al kwam ik veel te laat binnen. Ik hoopte bijna al niet te hoeven, wegens de pakken natte sneeuw die er vielen. Maar mijn maag begon te knorren en calculerende burger als ik ben, bedacht ik dat een kwartiertje fietsen, toen het droog was geworden minder moeite was dan ineens te moeten gaan bedenken wat de pot zou schaften. Toen de muziek van Hollandse schlagers overging in muziek van de tachtiger jaren gebeurde het vanzelf dat ik toch ging swingen, mijn beentjes konden niet stil meer blijven zitten.

Werd het toch nog Gezellig. Hollandse Gezelligheid. Lekker met zijn allen Linda de Mollen. Raar, maar waar, ik had werkelijk geen spijt dat ik alsnog gegaan was.