dinsdag 27 september 2011

XY enzovoort

Ik geloof dat ik een Italiaanse equivalent heb gevonden voor de Japanse schrijver Haruki Murakami. Hij heet Sandro Veronesi. Ik heb twee boeken van hem gelezen, Kalme Chaos en XY en dan is het uit en dan denk je: wat apart. Door XY dacht ik aan Murakami omdat hier iets in gebeurd wat helemaal niet kan, maar wat wel de spil van het boek is. Zoals Murakami ook speelt met verschillende werkelijkheden en werelden en je het gevoel krijgt dat zo'n boek een metafoor is van de huidige geest en het bewustzijn, zo denk ik bij Veronesi ook: dit boek kan alleen maar nú geschreven worden en pakweg 15 jaar geleden nog niet.


In XY, de X staat voor een jonge vrouwelijke psychiater die aan het bijkomen is van een verbroken relatie, de Y staat voor een oudere priester in een afgelegen bergdorpje, gebeurt iets onmogelijks. In de bergen van dat dorpje wordt een gruwelijke 'moord' gepleegd: 16 dorpelingen worden gevonden met een ijslaag om hen heen, alles met bloed doorlopen en dat bloed blijkt het dna van alle 16 mensen te bevatten. Alleen zijn alle 16 op een andere wijze om het leven gekomen. De ene is eigenlijk gestikt door een boterhamzakje, de andere verkracht en gewurgd, weer een ander opgehangen, eentje is gebeten door een grote haai, enzovoort.

Onmogelijk en je wordt meegenomen in het brein van de priester die verklaringen zoekt in de trant van: als God bestaat die het onmogelijke kan, dan bestaat de duivel ook, die dit wellicht verricht heeft om hem en het dorp op de proef te stellen. De vrouw, die tijdelijk in het dorp komt wonen om naast de geestelijke bijstand van de priester, psychologische hulp te geven, denkt in heel andere lijnen: in deze 16-voudige moord, openbaren zich precies alle soorten van angst, die je kunt hebben over hoe je dood kan gaan. Maar hoe kan dit?

Ze vergelijkt zichzelf en de priester met die twee van de X-files, die onmogelijke, buitenaardse zaken op hun bordje kregen onder strikte geheimhouding. Als lezer ga je daarin mee: je wilt weten wát er nou gebeurd is, en een buitenaards wezen mag best, als verklaring. Maar er komt geen oplossing en verklaring. Beide, priester en pscyhiater leven hun leven daarna gewoon door, maar beleven wel iets van een doorgang naar een soort van innerlijke rust, een opnieuw zichzelf vinden en hernemen.

Kalme Chaos is een heel andersoortig boek. Een man gaat de hele dag zitten in zijn auto tijdens de schooltijden, nabij de school van zijn dochtertje, nadat zijn vrouw plotseling dood is gegaan. Gedurende het boek wordt hij steeds meer iemand waar mensen bij langskomen om te vertellen over hun eigen verdriet en hun leed. Hij werkt in de auto achter zijn pc, het bedrijf raakt failliet, hij krijgt van de allerhoogste bazen die in de sneeuw naar zijn auto komen, een nieuwe baan aangeboden, die zijn actie-in-de-auto als een strategische daad zien.

Grappig is, dat ik vanuit een klooster-perspectief vond dat hij eigenlijk hetzelfde doet als kloosterlingen: op een andersoortige plek en in een andersoortige tijd gaan leven dan de mallemolen van het leven. Net als in een klooster herkennen en zoeken mensen zo'n plek om toe te komen aan hun eigen verdriet. Iemand die aan Zen doet beleefde weer veel zen-momenten in het boek. Een andere die psychotherapeut is vroeg zich af of de hoofdpersoon door deze actie zijn eigen verdriet juist wegblokte.

Beide boeken zetten je op meerdere verschillende benen. Net zoals Murakami dat doet. Ze prikkelen je en moedigen je aan om de wereld om je heen met heel veel verschillende ogen te bekijken en te beleven.