maandag 18 januari 2010

Bloemen voor Maria

Onlangs was ik in de Mariakapel in Den Bosch. Ik zat helemaal vooraan, want ik had er net een lichtje on stoken. Komt er een grijzende meneer aangeschuifeld (zoals zo vaak, in de kerk) met een grote plastic bak en een kartonnen doos. Hij opent het hekje en gaat in de bloemenzee rondom Maria uitgebreid grasduinen en snuffelen. Ik zie hem bossen bloemen weg halen en de vazen met water om kieperen in de plastic bak. Bloemen die bij mij thuis, nog zeker een week in de vaas hadden kunnen blijven staan. Of nog langer. Rozen drogen vaak mooi in, en er waren veel rozen bij.

Waarom? Al die goede bloemen de prullenbak in? Het antwoord volgde al spoedig: pal tegenover het grote Mariabeeld gingen deuren open en daar bleek een aanrecht achter verscholen, met de schoonmaakmiddelen op de planken en de poetsdoeken daartussen in gefrommeld. Het uitzicht van Maria, op zo'n heilige plek voor anderen, is domweg regelmatig een gootsteen met een kraan. Daar stonden allemaal weer nieuwe bloemen op haar te wachten.

Het aanbod aan bloemen is dus vele malen groter, dan het aantal vazen op het bloemeneiland. Daarom kan men zo verkwistend met die bloemen omgaan. Waarom niet wat meer vazen op de grond erbij gezet, het slaat toch eigenlijk nergens op dat Maria omgeven is door de decadentie van het rijke, verspillende westen. Het doet ook geen recht aan wie weet, een armeluismens, die een voor hem of haar aanzienlijk bedrag besteed heeft aan Bloemen voor Maria.

Decadentie: daar wentelen we ons aardig in. Het valt me deze dagen op, na lezing van Eating Animals van Jonathan Safran Foer. Ineens had ik een folder in de hand van Varkens in Nood, ooit opgericht door de schrijver J.Voskuil, toch niet de minste in Nederland. En J.M Coetzee, deze zachtmoedige Zuid Afrikaanse schrijver, zit ook in de aanbevelingcommissie.

En in Chili in de zalmindustrie is de oceaanbodem een woestenij: voor elke kilo zalm, is 5 kilo andere vis, die tot vismeel vermaken wordt, als voedsel voor de zalm, nodig. Zalm zit bovendien zo vol met antibiotica, dat je net zo goed zalm kunt eten, als je antibiotica nodig hebt, zei een wetenschapper die er in een bootje omheen voer, in het tv progamma de Beagle.

Dus: geen zalm meer, geen vlees en geen bloemen? Ik kocht meteen een bosje witte trosanjers bij de Albert Heijn, toen ik zag dat die wél bloemen verkoopt met een Max Havelaar/Fair Trade keurmerk. Op de verpakking een foto van een Keniaanse vrouw, die dankzij deze bloemenindustrie een betere toekomst voor zichzelf en haar kinderen kan opbouwen. Voor de meeste bloemen in Nederland, krijgen vrouwen geschubde handen met uitslag en ze werken voor een hongerloontje.

Terug naar de bloemen voor Maria, die nu een soortement van winterse hermelijnen mantel droeg. Die vrouw uit Kenia: waarom die niet uit vergroten in de Bosche kapel? Met bloemen om haar heen die verplicht uit de Fair Trade komen? Wat heb dat allemaal anders voor zin, al die verering, al dat creëren van heilige, gewijde plekken, als daaronder een wereld geschonden wordt? Ik denk er voor het eerst serieus over, om de volgende keer op de Partij voor de Dieren te stemmen. Omdat het ook een soortement van poëtisch statement is. Dat heeft de wereld nodig: Poëzie.