zaterdag 16 januari 2010

Vijftig + 1000

In het boek Blonde Duinen (zie blogje Natuur-album) doet Jac. Thijssen een voorstel: hij wil de oprichting van de vijftigbond. Hij bedoelt daarmee, een bond, een afspraak die je met zijn allen maakt, om alleen iets te plukken in de natuur, of iets mee te nemen, als je om je heen met het oog er eerst vijftig anderen van kunt tellen.

Als je dit tot je door laat dringen, echt laat doordringen, dan realiseer je je pas hoe kaal en leeg de Nederlandse natuur is geworden. Ja, je telt meer dan vijftig herfstbladeren, dus die kun je meenemen. Of grassprietjes. Maar bloemen in het gras, pinksterbloemen of zelfs boterbloemen, zal dat lukken? Madeliefjes: dat mag nog op sommige plekken.

Maar Thijssen heeft het over bloemen en planten die ik vanaf de plaatjes nog nooit in het echt heb gezien. En daarvan stelt hij voor, om ze pas te plukken wanneer je er meer dan vijftig om je heen ziet. Ook heeft hij het over strandlopers, aan zee en noemt achteloos het getal 1000: zoveel ziet hij er, als hij langs de zeereep, het strand op komt.

Over die zeereep, ik heb er onlangs gelopen, het is het stuk duin vlak voor de zee, en vroeger waren er daar allemaal moerasrijke dalletjes, met, opnieuw: duizenden witte bloemetjes die er bloeiden, die zeereep die bestaat nog, maar alleen als kartelrand. Thijssen wijst argeloos al op het verlies ervan: door de opkomst van de Nederlandse waterwerken, zullen het er minder worden, zo zegt hij.

Ongelofelijk, die argeloosheid. Dat wat er een eeuw geleden gewoon nog was, helemaal van de aardbodem verdwenen is, door het toedoen van ons mensen. Maar ook die onschuld, toch ook, kenmerkend voor alles wat voorgoed verleden is, voor het oog dat daar naar terugblikt. Pas in de latere toekomst wordt je een wetende, van wat nu passeert.

Een paar dagen geleden liep ik langs koude wintergronden en ik geloof dat ik wel kan zeggen, dat ik er wellicht 1000 van heb gezien. Ganzen die neer waren gestreken en in de luchten in meerderen V-formaties rondvlogen. Het zag zwart van de ganzen en toen ik dichterbij kwam, steeg de hele wolk, al ruisend op. Je weet het maar nooit: of dit de laatste keer is, dat ik zoiets gezien heb.

Zoals het geluid van een ouderwetse telefoon (nu alleen nog te horen als ringtone op een moderne mobiel), de afgeladen vlinderboom met zeker wel meer dan vijftig vlinders uit mijn jeugd, de stemmen van oud geliefden, vrienden, de doden... zoveel, ach zoveel gaat verloren in de glijdende tijd...