dinsdag 9 februari 2010

Druivenoogst

Wat heb je toch veel verschillende mensen, in alle soorten en maten... Ik ben vaak onder de indruk van de belangenloosheid van velen. In het wijkcentrum vertelt R. weer, hoe het nu met hem gaat (zie blogje 'Geen kasplantje', januari). Nog steeds niet best. Vrijdag naar de cardioloog. Maar hij gaat gewoon door, 'ik kan niet anders', zegt hij.

Kameraad ligt in het ziekenhuis en het enige bezoek, dat is hij. Dus twee keer op een dag gaat hij er naar toe. Bij sneeuwval, 'ik hoop van niet, deze week', doet hij de stoep voor zijn huis en die voor het huis van zijn zus, want die mist al een voet, wegens suiker, zit in de familie, en als zijn kameraad thuis komt, die bij hem ook. In het wijkcentrum staat hij toch met tafels te sjouwen, net als ik niet kijk... 'Het gaat van zelf, ik kan er niks aan doen.'

Een biljarter kwam vorige week binnen en zag er doodmoe uit. Ik vroeg maar niks, ik weet dat hij een vrouw heeft die helse pijnen lijdt en hij elke keer blij is als zij toch even het huis uit durft en dat het zo fijn is, dat ze wat opleeft als de kleinkinderen komen. Maar nu kwam hij vanzelf naar me toe en vertelde hij dat het sinds tweede kerstdag heel erg is.

Zijn dag begint om half acht. Dan kleedt hij zichzelf aan, wast zich, drinkt een kop koffie. Dan gaat hij naar zijn vrouw die niet meer van het bed af kan en helpt hij haar. Samen wat eten. Wassen, pyjama verschonen. 'Als ik alleen maar al met mijn hand heel licht met een washandje over haar benen strijkt, dan krimpt ze al ineen' zo zegt hij. 'Maar ze wil niet door een ander geholpen worden. Als alles netjes is, dan moet ze naar de wc. Op bed, in een po. Weer alles verschonen, helpen. Dan heeft ze 's middags zo getranspireerd, dat ze weer een andere pyjama aan moet...zo gaat de dag door, tot half 10 's avonds.'

Hij vertelt het zonder een spoor van zelfbeklag, met een soort tederheid en een helder bewustzijn dat het zwaar is en dat het zo moeilijk is om machteloos zijn vrouw in pijn gewenteld te zien. Ik ben onder de indruk van de vanzelfsprekendheid waarmee hij alles doet en de zorg in zijn ogen. Dat hij alleen maar hoopt dat het hem zal blijven lukken om haar te verzorgen. Liefde: dit is echte liefde.

Een keer in de week biljarten met zijn oude vrienden, dat is zijn avondje uit. In de herfst brengt hij altijd een zakje zoete druiven mee, uit eigen tuin. Glinsterende ogen van plezier dan, hij lacht als ik zeg nog nooit zulke zoete druiven geproefd te hebben. Wat een levenskracht en levensmoed.

Sommige mensen hebben dat uit zichzelf, vanzelf. En anderen niet. Die worstelen met het leven, tegen depressie, ze slepen zich voort en weten soms dat het definitief niet goed met hen gaat.

'Ik word gek', zo had N. tegen I. gezegd, gewoon aan een tafeltje in een café. 'Ja, ja' had I. gereageerd, 'ja, ik ook.' 'Nee, je begrijpt het niet, had N. gezegd. 'ik word gek'. Dat is gebeurd. Elke keer als ik N. zag, lang voordat de gekte defintief beslag op haar had genomen, had ik al het gevoel geen echt contact met haar te krijgen. Ze was er wel en ze was er niet.

Al die mensen in soorten en maten... De druiven zijn voor sommigen vooral zoet en voor anderen vooral zuur. Zo is dat en daar kun je helemaal niks aan willen of veranderen.