maandag 15 februari 2010

Vlindertijd

Op een vlooienmarkt kocht ik op het laatste nippertje, men wil toch met iets thuis komen na een halve dag struinen, een heel klein passe-partoutje met daarin een minuscuul knipwerkje. Een mensje, zo groot als mijn pink die met een netje achter een vlindertje aanzit, midden tussen de ooit dubbelgevouwen en nu dus in spiegelbeeld, symmetrische struiken. De takjes zo fijn, dat alleen een witte pen dat na zou kunnen doen. Of een heel fijn penseeltje.

s'Avonds was er boekenclub bij mij, Ó, zo wil ik het ook thuis hebben, maar dat lukt niet, ik heb een gereformeerd interieur, zei H. Het mijne is dan katholiek: mogen versieren en optuigen en alles kleurig aankleden. Dat was het perspectief van Het Pauperparasdijs (zie vorig blogje) waarmee we nu tijdens de maaltijd naar elkaar keken en onze familiegeschiedenissen met elkaar uitwisselden.

Na het etentje bogen we ons over het andere ge lezen boek: Stil de Tijd van Joke Hermsen. Ik had niet zo'n zin gehad in dit boek omdat het eigenlijk mijn eigen thema is, dat ze behandelt: hoe op een andere wijze dan snel, snel, de tijd te stillen. Stil te worden.

Ooit, in Oktober 2004 heb ik daar zelf een themanummer aan gewijd in het tijdschrift Franciscaans Leven en mijn eigen bijdrage ging over de paralellen tussen Franciscus van Assisi en Simone Weil. Ik maakte daar een onderscheid tussen de Tijd van de Uren en de Mystieke Tijd, waar beide evenwichtig in leven.

Joke Hermsen is ook op zoek naar een andersoortige tijd, dan de 'kloktijd', zoals zij die noemt. Boeiende stukken, maar niet allemaal overtuigend en uiteindelijk pakt ze niet door vind ik, ofwel ze zoekt, maar vind nét niet. Behalve het hele duidelijke statement dat verveling, lummelen, niks-doen, wachten, heel erg levenwekkend en noodzakelijk zijn. Dat 'wachten' is trouwens een idee van Simone Weil, die wél een antwoord geeft waarop je dan wacht, maar dat vertelt Joke Hermsen er niet bij.

'Waarom zou je?', daarover praten wij. Waar wacht je op, waartoe dient dan die verveling? Meerderen hadden de ervaring dat je met de tijd moet kunnen morsen om creativiteit te kunnen laten gebeuren. Uiteindelijk zit het voor mij besloten in dat kleine, witte miniknipseltje, dat met meer dan monnikengeduld ooit door ene Lily uit Amsterdam-Zuid voor de nationale tentoonstelling van de Gouden Handen gemaakt is.

Wie voortdurend rent met een netje om een vlinder te vangen, zal meestal ontdekken dat het vlindertje je te vlug af is en dan zie je niks. Maar wie gewoon stil blijft staan en rondkijkt, die zal het mee maken dat een vlinder vlak bij je kan neerstrijken, langzaam haar vleugels voor je opent in de zomerwarmte en haar schoonheid aan je ontvouwt.