maandag 6 september 2010

Ab Klink

Hoe zou Ab Klink zich nou voelen?, vroeg ik me gisteren overdag af, toen ik nog niks wist van zijn aftreden. Voelt hij zich een overwinnaar omdat het beoogde rechtse kabinet door zijn toedoen toch definitief van de baan is? Opgelucht wellicht, dat dit via een onverwachte weg bewerkstelligt is? Maar in zijn eigen partij is hij van partijideoloog ineens een dissident geworden. Zijn visie, waarom niet, daar is het niet over gegaan. Zijn partij was gefixeerd op dat regeerakkoord, dat zij ook mee wilden beoordelen.

Het is een strijd geweest tussen zichtbaar en onzichtbaar en Ab Klink was als de onzichtbare man wiens essentie niet gezien is. Iedereen bekeek alleen maar de windselen en het verband waarmee hij trachtte aandacht te vragen voor de onzichtbaarheid van een wereld die veranderen zou als dat regeerakkoord zou worden uitgevoerd.

Want wat bleek? Er lag een regeerakkoord waar rechts zich de vingers bij zou aflikken en die voor 90 procent het CDA-program zou bevatten. Daar ga je dan toch voor als CDA? Maar voor Ab Klink was het alsof je je ziel aan de duivel verkoopt: 'Kijk ik geef je de wereld, je krijgt wat je wilt, maar daarvoor in de plaats wil ik je ziel en ach, wat is dat nou, een onzichtbaar vleugje niks, je kunt best zonder leven.' Een solide Regeerakkoord, die Klink zijn partijgenoten door de neus aan het boren was en nu blijken er richting hem ook woorden te zijn gevallen als: niet loyaal, verraad, trouw te horen zijn aan het leiderschap.

Klink verwees naar zoiets on zichtbaars als: waarden; een visie op de wereld die je aan het scheppen bent. Al krijg je daar in materiele zin wat je wilt, hoe kan dat stabiliteit en vertrouwen in een samenleving geven, als één van de drie daarmee een wereld creëert waar onverdraagzaamheid, uitsluiting, onbeschoftheid de orde van de dag is? Wat voor een wereld laat je achter en toon je, als twee zich tegenover de grootste schreeuwlelijk steeds te weer moeten stellen en almaar moeten roepen: Nee, maar bedoelen we het niet.

Ik verdenk Ventje Wilders ondertussen van een kleine psychologische oorlogvoering. Hij zat, zoals hij zelf zegt, ook al die weken naast Ab Klink aan die onderhandelingstafel. Eerst speelde hij de best wel redelijke aangepaste meneer, maar in die laatste week zei hij dingen als: 'Jullie zullen rooie oortjes krijgen als ik mijn interpretatie van dat akkoord aan de buitenwereld geef, kijk maar de andere kant op dan, doe je oren maar even dicht.'

Alleen dat al, daar spreekt een verruwing en een onverschilligheid uit die in feite onverteerbaar is. Rutte en Verhagen en Opstelten, ach, die keken alvast de andere kant op. Fragmentatie heet dat, van het eigen brein, van de wijze waarop je de wereld beleeft. Precies dat wat Wilders in het groot ook nastreeft, dat deed hij daar al in die onderhandelingskamer: breken in plaats van helen, om uitsluiting roepen en negatie en verharding. Ab Klink, die kon dat niet en deed een oproep aan zijn partij dat ook niet te willen. Vergeefs.

Het komt Wilders heel goed uit dat het allemaal niet door gaat: als het regeerakkoord de wereld in zou komen, dan zou hij ook aan zijn eigen achterban moeten uitleggen waarom hij water in zijn wijn heeft moeten doen. Vandaar dat hij nu ook zuinigjes reageert op de onverwachte mogelijkheid, dat rechts toch kan gaan regeren. Ik hoop van harte, dat nu Ab Klink zijn windselen heeft afgedaan, zijn onzichtbaarheid, zichtbaar wordt.

Vanochtend las ik een haiku van Shiki:

Cooling at he gate,
There was a man who knew well
The names of the stars.

Voor mij is dit Ab Klink. Hij wist de namen van de sterren in het heelal. Hij was ervan doordrongen geraakt dat het heelal voor de bewoners daaronder verandert als Orion ineens Bewaker gaat heten en het Steelpannetje, Oprotschop. Hij stond bij de poort. En vertrok.