zaterdag 4 juli 2009

Fluisterbruggen

Er zijn, geloof ik, grofweg twee wijzen om je in het leven te verhouden. Je gaat hélemaal van jezelf uit. Je beziet de wereld en anderen helemaal vanuit je eigen perspectief. Daarin kun je jezelf ook nog eens aardig voor de gek houden. Dat je juist denkt je helemaal op de andere te richten. Je doet iets dan wel of niet omdat je dénkt dat die andere dat zo wilt of niet. Dat heet: je zogenaamd verplaatsen in een ander, in je hoofd.

Dan verplaats je je dus helemaal niet in een ander. Alleen maar in je hoofd. Je haalt er anderen voorvallen bij waarom je denkt dat iets zo is en dat sus of zo het beste is. Maar het is allemaal illusie. De kern is dat je niet van je hoofd naar je hart en naar het hier-en-nu wilt keren. Want dat is veel moeilijker. Om gewoon maar te doen en te zeggen wat je op het hart ligt, wat je graag hoopt en verlangt van een ander.

De andere weg is je helemaal te laten leiden door de wensen en gedragingen van een ander. Je voegt je in. Je neemt het voor wat het is. Je beweegt mee met wat die andere wilt, doet en zegt. Óók heel verraderlijk. Want in de zogenaamde gezamenlijkheid en harmonie die je denkt te hebben en te beleven, ben je alleen maar onzichtbaar en niet werkelijk aanwezig.

Soms denk ik, dat de eerste weg vooral door de kwetsbaren en zwakken beoefent wordt. Mensen die vanuit zichzelf denken en reageren in het hoofd en daarmee de werkelijke stap missen, de brug die geslagen moet worden. En dat de sterken onder ons, juist heel goed zijn in het meebewegen met anderen, maar daardoor ook de boot missen, omdat er ook geen werkelijke brug geslagen wordt.

Om bruggen, daar gaat het om. Bruggen die je gezamenlijk slaat en waar je dan in een soort eendracht samen op kunt lopen, nu eens naar de ene zijde, dan weer naar de andere. Wat hiervoor nodig is, is erkenning van een andere oever. Jij zelf staat op de ene oever en de ander aan de overkant en het water is nooit te diep, behalve als je geen échte brug bouwt en vanuit je eigen oever maar een beetje aan het dromen en fantaseren bent over die andere oever.

In dit kader kan ik de term Gehoorzaamheid, die een van de oproepen is in het religieuze leven, wel plaatsen. Het gaat er niet om om zoals in weg eén, om van jezelf en de eigen stemmen in je hoofd uit te gaan. En ook niet, zoals in weg twee, om je eigen individualiteit en stem op te geven. Het gaat erom om 'gehoor te geven'. Om kortom te luisteren naar de stem op die ander oever. Die oever is altijd veraf en nooit dichtbij, al kan dat zo lijken in het dagelijkse samenleven en in familieverbanden.

Maar het ís niet zo. Elke andere, is een Ander, op een eigen oever, met een eigen wereld om zich heen. Laten we fluisterbruggen naar elkaar bouwen, geen stem meer verheffen, stil worden, de stemmen in ons hoofd over jezelf en anderen tot zwijgen brengen. En je dan gewaar worden. Wat zie je dan? Dan zie je in elk ander uiteindelijk het beeld waarnaar we volgens Bijbels perspectief geschapen zijn. Het beeld van God.

God, degene die ons oneindig en onvoorwaardelijk lief heeft, door alles heen. Zo is dat voor elk mens dat in betrekking tot je staat. Dat velen hun eigen beeldzijn vergeten, dat is ook weer waar. Daar kun je niks aan doen. Dan bouw je een brug die tot halfweg over het water reikt. Dan kun je alleen maar wachten en hopen en verlangen en uitzien naar... Een ander woord daarvoor is wellicht: de liefde beoefenen. Luister: stemmen worden gedragen over het water... er zijn veel, heel veel fluisterbruggen.