donderdag 2 juli 2009

Ventje Wilders

Hij is zo'n onderwerp waar iedereen het over heeft en niemand weet er raad mee: Wilders. Hoe moet zijn opmars gestopt worden? Waarom lukt het niemand? Zijn aanhang zit overal. In de laatste tijd van mijn kloosteravontuur, was er een nieuwe vrijwilligster, een echte Brabantse, die elke zondag trouw in de kerk kwam en zij zou een middag in de week de telefoon opnemen en naar de voordeur gaan als er aangeklingeld werd.

Om kennis te maken, dronk ik koffie met haar, in de middag om half drie. Ja, het kloosterritme zit nog steeds in me. Als ik nu Journaal kijk om acht uur s'avonds, dan visualiseer ik de broeders weleens voor me. Daar zitten ze dan, jaar in jaar uit, zwijgend met koffie en een koekje uit de trommel. Maar goed: vrijwilligster, een blozende dame van achter in de veertig of zo, begint over de Toestand van de wereld. Hoe sereen en fijn het klooster daartegenover wel niet is. En ze begon over Wilders. Hoe die man toch zo zijn best doet en verkeerd begrepen werd.

Ik stond meteen op scherp. Weg rust en vrede van het klooster: Wilders was ook daar binnengedrongen! Ik ben er dus met de botte bijl tegen in gegaan. Een beetje boers en vanuit de buik, zoals Wilders dat ook doet. Want volgens mij is dat wat er ontbreekt: iedereen praat over en met Wilders vanuit het hoofd. Men moet afdalen richting hart en buik. Hem niet weerleggen met verbaliteit, maar met eenzelfde onbeholpen eenvoud als hij zelf vertoont.

Kruip eens in de huid van een gewoon mens, die het heeft te verduren dat er over hem wordt beslist. Die let vooral op lichaamstaal. De lichaamstaal van Wilders is perfect. Authentiek, een beetje de underdog die geleerd heeft om een net pak te dragen en welbespraakt te worden. Die het dúrft om op te staan tegen alle highbrow.

Lichaamstaal, daar gaat het om en niet om wat hij zegt. Er zou een soort tweelingbroer of zus van Wilders op moeten staan. Iemand met een geverfd permanentje, de handen losjes in de zak. En dan hem eerst uitgebreid bevestigen: beste, lieve Wilders, natuurlijk wil je meedoen. Natuurlijk heb je er héél goed over nagedacht, natuurlijk gun ik je ook een plek onder de zon. Maarre...je bent wel een béétje oliedom, daar kom je nog wel achter. Rustig nou maar ventje, mama of papa knapt het wel voor je op. Niemand begrijpt je, maar ik jou wel.