donderdag 6 januari 2011

Echte vreugde

Aanvankelijk zocht ik nog naar een soort algemene reden waarom ik ging stoppen met de Schola Contemplativa in Diepenveen. Deze heeft als bron de cisterciënzer spiritualiteit en daar is het streven naar volmaaktheid een thema. Aangezien ik aangestoken ben door de Franciscaanse spiritualiteit zei ik ook zoiets. Ik maak verder nooit gesprekken mee die over volmaaktheid gaan, zei ik. De nadruk ligt eerder juist op onvolmaaktheid, kwetsbaarheid, dat je allemaal maar mensen bent met fouten. Ik denk ook nooit over volmaaktheid, vind het een ver-van-mijn-bed-show, wie wil er nou volmaakt zijn!

Maar vriend E. brak in en zei: En dat verhaal over die ijspegels dan, die staat toch centraal, daar gaat het toch ook over volmaaktheid? Ik was even de weg kwijt want ik dacht dat hij gelijk had. Maar vandaag dacht ik ineens, bijna gevoelig voor de januari-blues, met dit kil, grijs en grauw mistig regenweer. Nee dat klopt niet, dat verhaal gaat over de echte vreugde!

Het verhaaltje van anderhalve pagina gaat als volgt. Franciscus zegt tegen broeder Leo, zijn beste vriend, schrijf op! Zelf iets op schrijven deed hij niet. Stel dat alle professoren in Parijs tot de orde zouden toetreden, dat is de ware vreugde niet. Ook niet als alle prelaten, de aartsbisschoppen, de bisschoppen, de koningen van Frankrijk en Engeland dat zouden doen. Dat is de echte vreugde niet. Ook niet als alle broeders vele ongelovigen zouden laten geloven of als ik zieken zou kunnen genezen of wonderen zou kunnen doen, dat is niet de echte vreugde.
Wat dan wel ?

Ik kom terug uit Perugia en midden in de nacht kom ik hier aan.
Het is winter en zo modderig en koud dat de ijspegels aan mijn habijt hangen, de hele tijd slaan ze tegen mijn benen en het bloed komt uit de wonden.
En door en door koud kom ik aan de poort en nadat ik een hele tijd heb staan roepen en kloppen, komt er een broeder die vraagt: wie is daar ?

Je zegt je naam en je wordt niet herkent en je wordt uitgehoond en weggestuurd en zelfs als je vraagt of je dan maar voor een nachtje mag blijven en dat wordt je geweigerd;

Als ik dan mijn geduld bewaar en mij niet opwind,
ik zeg je,
dat daarin de echte vreugde is en de echte deugd
en het geluk van de ziel.

Zo. Daar wil ik het wel mee doen op zo´n koude, onbestemde dag als deze. En al die andere keren als je je niet begrepen en erkent voelt, je in de steek gelaten wordt door dierbaren en mensen iets van je maken en vinden wat helemaal niks met je eigenste eigen te maken heeft.

De situatie die Franciscus hier schetst heeft verregaande implicaties. Dat geluk te maken heeft met controle en ambitie verlies en het niet vervallen in ongeduld en opwinding. Dat alle haantjes en competitiedrang totaal onbelangrijk en onzinnig is. Dat zelfs je beste bekenden je niet meer kunnen herkennen, dat je ontbering kunt lijden, dat carrière en prestige en faam je uiteindelijk niet gelukkig maakt.

Echte vreugde is bij jezelf kunnen zijn. Een thuis kunnen maken bij je zelf en je vandaar uit verbonden weten met alles en allen.