De hele week zit dat liedje al in mijn hoofd: Goldmine in the sky, gezongen met enkel een gitaar door Daniel Craig. Dat is dezelfde acteur die ook James Bond speelt: stoer, werelds, een blonde viking. Ik herkende hem daarom niet, met zijn haar donker geverfd en bruine contactlenzen als Perry, de tot de dood veroordeelde in Infamous, een verfilming van het waargebeurde verhaal In cold blood van Truman Capote.
Het is zo hartverscheurend. Deze Perry Smith die tezamen met een kameraad, voor bijna helemaal niks, een boerenfamilie vermoordt in Hollcomb, Kansas in 1959. Deze Perry is geweldadig en heeft tegelijk een heel kwetsbare en tedere kant in zich. Er is een vreemde energie tussen Truman en Perry. Smith wurgt Capote bijna in de cel, wanneer hij denkt dat Capote niet eerlijk is tegen hem. Maar er komt ook een omhelzing en een kus. Truman was een notoir homeseksueel en ach, wie is Perry?
Perry mag twee brieven in de week vanuit de gevangenis schrijven en vijf jaar lang, alvorens hij zal worden opgehangen, schrijft hij deze brieven aan Truman Capote met de aanhef: My friend Truman. Hij heeft een mooi, zorgvuldig verfijnd handschrift en hij heeft een tekening gemaakt, die Truman na zijn dood in een koffer vindt. Perry heeft al zijn bezit aan Capote nagelaten.
Die verhouding, deze relatie: het lijkt op de relatie tussen Tom en Tijntje. (Zie gelijknamig blogje in Februari). Perry is degene die als het ware al verdwenen is van de aardbodem, in de kelder van het bestaan. Truman is zijn navelstreng naar buiten. Maar het lukt Truman niet om Perry te bevrijden. Het vonnis, de dood, zal voltrokken worden.
Perry staat voor het Zelf in ons, dat in de gevangenis woont, opgesloten in een donkere kelder. Het is het deel dat altijd verlangt naar bevrijding, naar het klavertje vier, geluk, echte ontmoeting en contact...
Hoor het hem zingen, dit oude liedje van Pat Boone, in zijn cel, op een bandje opgenomen voor Truman Capote:
There is a goldmine in the sky, far away,
we will find it, you and I some sweet day
there'll be clover just for you down the line
where the sky is always blue, pal of mine.
far away... far away...
we will find that long lost goldmine some sweet day
and we'll say hello to friends who said goodbye
when we find that long lost goldmine in the sky.
Ach, wat een raadsel is het bestaan. Truman Capote zelf heeft nooit meer kunnen schrijven. Een onaf boek, dat Answered prayers heet. Misschien een vorm van wishfull thinking? Over zijn relatie met Perry Smith zei hij ooit: It 's as if Perry and I grew up in the same house. And one day he stood up and went out the backdoor, while I went out the front.
Het komt overal en altijd voor: de onmogelijkheid van echte verbinding met levens dichtbij je. Met het Leven, dat overal is, maar ook opgesloten zit in een cel, in kerkers en kelders van ons bestaan. Dan neurie je maar weer eens dat liedje: er ís een goudmijn. En als we die nu niet vinden, dan maar op een andere plek; de hemel, in Godsnaam, dan maar de hemel.