dinsdag 25 februari 2020

Adi’s tekening

Gisteren vertelde Adi, de 19-jarige leerling van I Wayan Mandika, dat hij even niet wist hoe hij verder moest met zijn schilderij. Je begint altijd van onderen uit te tekenen en dan naar boven. Hij heeft al zo vaak een soortgelijke afbeelding gemaakt. Het begint bij de grond, de mensen die er leven en werken en dan komt de Barong en dan naar de hemel, de goden en de bergen.

Toch is het elke keer anders. De gezichtsuitdrukkingen, de gebaren, de houdingen, hoe alles met elkaar in verband staat... Ik zag hem inderdaad steeds bezig met zijn mobieltje. Maar hij was ook afgeleid doordat ik er was en I Wayan Mardika hem dan vroeg om iets te vertalen. Niet dat dit zo’n vooruitgang was... want het Engels van Adi is niet zo goed... Het lijkt meer en veiliger, een vertaler, maar eigenlijk lukt het beter in nuance een gesprek te voeren één op één met gebaren en gezichtsuitdrukkingen.

Vanochtend las ik wat psalmen. Het is een heel oud vakantieboekje: ik heb ooit de NBG-Bijbelvertaling van de 150 psalmen in piepklein formaatgekopieerd. Het is al vergeeld, met vetvlekken enzo. Thuis heb ik als een van de laatste handelingen, het opnieuw gekaft met gestippeld plakplastic en waar het uiteenviel er ducktape tussen geplakt.

Vanochtend kijk ik er voor het eerst weer in. En sinds héél lange tijd... In mijn ‘kloostertijd’ waren psalmen wekelijkse kost...Het leest hier meteen heel anders. Te midden van het groen en al het water dat overal stroomt, de hoge bomen, de planten die overal groeien, geen stukje aarde is onbenut, en de mensen die zo in verbinding staan met de bergen waar de goden leven en de hele dag, lijkt het wel,  harmonie zoeken met de krachten om hen heen.

Al in de eerste psalm:
want hij is als een boom, geplant aan waterstromen
Die zijn vrucht geeft op zijn tijd
Welks loof niet verwelkt,
- al wat hij onderneemt gelukt.

En het gaat over God, die op de heilige berg woont, in het morgengebed van psalm 3:
Als ik luide roep tot de here,
Antwoordt hij mij vanaf zijn heilige berg.
En de aansporing in psalm 4: breng offers en vertrouw...ik zie het hier de hele dag om mij heen gebeuren. Er zijn overal offerplaatsen, tussen de rijstvelden, bij bomen, midden in het groen tussen de  hoge bomen en lianen. Er zijn overal tempels, goden en mensen, de zielen van de voorouders, men leeft samen met elkaar, heel letterlijk.In psalm 8 wordt dat ook verwoord: Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt...

Adi moet nog zuchten en steunen wellicht, hoe hij het lege vlak boven de begonnen tekening verder gaat invullen. Maar hij weet al welke beweging hij gaat maken, elke keer weer: van de mensen onder elkaar, via Barong, symbool van het goede, naar de hemel en de bergen.