maandag 3 februari 2020

CRUX. Zoektocht naar bewoonbaarheid

Ik had de afgelopen week al veel musea bezocht en had niet gedacht dat ik in Museum De Fundatie de hele middag tot sluitingstijd zou blijven. Ook wel omdat op het eerste gezicht de schilderkunst van vier kunstenaars uit Leipzig mij niet meteen aansprak: ik zag donkere gebouwen of juist felgekleurde doeken met schetsmatig daarin wat vage contouren van gebouwen, onduidelijke rasters, houten bouwsels in takken en wortels. Maar het omgekeerde gebeurde uiteindelijk: ik werd lyrisch en meegezogen in de verbeelde werelden, waar geen mensen in voorkomen maar juist daardoor vertellen over de werking van het brein zelf en de zoektocht  naar bewoonbaarheid. 

Leipzig is een brandhaard van de schilderkunst, ook al in de DDR-tijd en ik heb in De Fundatie eerder overzichtstentoonstellingen gezien van schilders uit Leipzig die zich juist kenmerkten dat daar véél mensen op voorkwamen zoals bij Werner Tübke of Neo Rauch die ze neerzet in een beetje surrealistische decors. Drie van de vier kunstenaars van deze jongste generatie schilders uit Leipzig zijn bij de laatste in de leer geweest en De Fundatie kocht onlangs een groot werk van Neo Rauch aan voor 650.000 euri, het hangt ook ergens op zaal en eerlijk gezegd zag ik dit er niet vanaf...

Wat meteen imponeert zijn de grote monumentale doeken en de grote beheersing van de kunst van het schilderen zelf. Fotografisch helder, oog voor details, soms juist met opzet vervagend zodat je de werking van de kwast voelt en je ineens realiseert dat een kunstenaar, een mens, al haar krachten van technische kunde en verbeelding heeft ingezet. Dat zorgt voor een soort van eigen dramatiek zoals het grote werk van Anselm Kiefer dat ook bij mij doet, het voelt als Duitse dramatiek: groots, zwaar, gedegen zoals de romans van Thomas Mann.

Crux heet de tentoonstelling en vier kunstenaars zijn elk een poot van deze X. In een klein zaaltje tegenover de lift hangt aan elke wand een werk van ieder van hen. En ja, de associatie met het kruis is bewust aangebracht door het doek van Titus Schade: een soort van papieren of stalen kerktoren waarin een kruis over de hele lengte van het gebouw is gesneden. Het vreemde bouwsel dat tussen boomwortels groeit, rood-wit gestreept; in India weet je dat je je dan in een tempelgebied bevindt, van  Mirjam Völker associeert weer meer voor mij aan de betekenis van Crux als kernpunt en sleutelmoment. Hiertegenover hangt een werk van Martin Kobe: vanuit abstracte puntige rode vormen in de linker onderhoek evolueert het schilderij naar iets wat op een groot terras lijkt met uitzicht op blauwe lucht tot in de rechter bovenhoek. En tegenover het gespleten kerkgebouw hangt de donkere computer-en-spel-werkelijkheid dat een associatie heeft met labyrintische gangen, van Robert Seidel.

Kortom deze tentoonstelling is weer fantastisch gecureerd, zoals ik dat vaak in Museum De Fundatie denk: er is daar een aansluiting met het moderne bewustzijn en deze keer is de tentoonstelling in nauwe samenwerking met de vier kunstenaars gemaakt. Al deze vier kunstenaars staan midden in de tijd, waar gezocht wordt naar onze verhouding met de natuur, de techniek, de stad, de wereld op het internet. De werkelijkheid is onaf, meerduidig, we lopen in zoveel decors, vinden op gekke en onverwachte plaatsen bewoning die de logica en rationaliteit overstijgt... Dit zijn de woorden die Crux bij mij naar boven doet borrelen. Ik raakte op deze tentoonstelling de tijd kwijt en dat is voor mij het beste wat mij kan overkomen.