maandag 10 februari 2020

Naar Bali!

Gisteren heb ik dus op de knop gedrukt. Met een droge keel, voor het eerst, want het is toch anders om een reis te boeken in je vakantietijd die je al langer van te voren gepland en aangevraagd hebt bij je werkgever dan nu, waar je van het ene op het andere moment ingrijpt in je eigen leven en nabije toekomst. Volgende week om deze tijd ben ik net op Bali geland. Ik ga voor een maand een kamer bewonen in Gusti Koko Homestay, een hoekkamer met veel ramen en uitzicht op de tuin, zes kilometer ten noorden van Ubud en twee minuten wandelen van de rijstvelden.
Op Google Earth lijkt het erop dat de familie vier gastenkamers gebouwd heeft aan de straatkant, meteen links van de poort waardoor je op hun compound komt en ik heb al contact gehad met Gusti en kon kiezen welke kamer ik wilde, ik ben er vooralsnog dus de enige gast. Ook meldde hij dat er op 19 februari een groot hindoeïstisch Balinees feest is en daarvoor heb ik mijn aankomsttijd aangepast zodat ik dit mee kan maken.

Het is het feest van Shiva elke maand bij Nieuwe Maan. De vrouw met de doeken op het strand van Mahabalipuram ging er elke maand heen, naar een van de zeven heilige steden van India, ik was er ook een dag, It gives me peace, zei ze daarover. Maar in februari wordt het nog grootser gevierd en is het een nationale feestdag in India omdat het dan het donkerst is op de aarde. Je viert dat in het donker de geest rust en zich vernieuwt en met Shiva weer op aarde komt. Dit lijkt dus op het christelijke kerstfeest, het is dezelfde beweging van het donker midden in de winter, naar het licht. Bij de Hindoes volgt dan een paar weken later het Holi-feest, dat gelijk loopt met de opwarming van India naar, voor de westerling, welhaast ondraaglijke hitte. In Europa moet je langer wachten van december tot in maart-april, eer de lente definitief aanwezig is en dus is er dan pas weer een feest, het christelijke Pasen.
Ik ben benieuwd of Holi ook uitbundig gevierd word op Bali, want Bali kent geen grote temperatuurschommelingen, het is er altijd tussen de 25-35 graden met wel een moessontijd van November tot Maart. In India is Holi op 10 maart, ik ben dan ook nog op Bali, dus ik zal het vanzelf ontdekken.

Ik was eerder op Bali in 1976 met mijn familie en maakte er een aardbeving mee. De grond golfde onder het eettafeltje waar we zaten, Moeder zei al tegen de broertjes dat ze moesten stoppen met klieren, en toen rende iedereen als een massa naar de hoofdstraat waar meteen een verkeersstroom van uittocht op gang kwam. Dat was in Den Pasar wat toen maar één hoofdstraat had, maar nu een grote toeristische stad is geworden. In de nacht leek het in de tent aan zee alsof ik lag op een levend lichaam dat bewoog en ademde, dat waren de natrillingen. Ik was meteen geraakt door de magische sfeer op Bali, ook wel het godeneiland genoemd, door de aardbeving in het begin ook wat dreigend, naar gaandeweg betoverend.

Door dit bezoek aan Bali ben ik weer op het spoor van religie gezet omdat ik mensen om mij heen zag die zo vanzelfsprekend samenleefden met het goddelijke. Tevoren had ik mij geheel afgekeerd van religie en godsdienst, en had ik een poging ondernomen om mij uit te schrijven uit de katholieke kerk omdat ik de boel een hypocriet zooitje vond. Dat kon niet zomaar zei de priester van de parochie want eenmaal gedoopt; dat was blijvend... voor mij een extra reden om ervan te gruwelen: dat je buiten je eigen bewustzijn en verstand zomaar ingelijfd was. Maar op Bali werd er weer iets aangeraakt, hier klopte het gedrag van mensen met mijn eigen besef dat het leven meer is dan alleen maar zorgen voor je eigen natje en droogje.

In 1992 was ik opnieuw op Bali, op doorreis naar W. in Nieuw Zeeland en van mijn verblijf in Ubud herinner ik mij de veranda naast een klein stromend beekje, waar tijdens het ontbijt er een vrouw bij een altaartje bij het water elke dag de bloemen kwam verversen. En de prachtige fietstocht door de omgeving en door de sawah-velden... Ubud was in mijn herinnering van 1976 niks meer dan verspreide huizen waar veel kunstenaars woonden, wij bezochten er een masker-maker en twee houten maskers, de goede en rechtvaardige en wijze koning, donkergroen met een heldere en onderzoekende blik, naast de donkergrijze ‘clown’, de nar, de stuntel, gevoelig voor de donkere kanten van het leven,  hingen sindsdien in de woonkamer aan de muur. De Balinese maskers hangen nu bij Broer. In 1992 was er al een klein netwerkje van meerdere straten, aaneensluitende winkeltjes en restaurantjes...

Nu schijnt het er druk en vol te zijn met een groot internationaal publiek, op Airbnb loopt het overnachtingsaanbod over de 300, op Booking.com 1417, van simpel tot héėl sjiek en duur, villa’s met zwembaden en wellness en yoga-studio’s. Dat schijnt een nog grotere vaart genomen te hebben door de bestseller van Elizabeth Gilbert, Eat, Pray, Love die hier in Ubud haar Braziliaanse man leert kennen, het happy end van haar zoektocht.
Ik ga het allemaal meemaken en zien, maar zie mij vooral ook wandelen over kleine paadjes door de rijstvelden.