zondag 11 juni 2023

Coney Island

Ik weet niet zeker of het exact dit liedje was, waarmee een DJ iedereen uitnodigde om de vlaggen in de lucht te houden en voor het laatst die dag uit de bol te gaan en te vieren dat je trots bent, om uit Puerto Rico te komen. Het woord ‘corazon’, ❤️, dus, kwam in ieder geval vaak erin voor. Over twee weken was er weer feest, hij dankte iedereen die donaties had gegeven, want hij en zijn mede-DJ’s hadden het allemaal uit eigen zak betaald: de vergunningen en het huren van de geluidsinstallaties, allemaal om de Latino-Puerto Ricaanse gemeenschap te ondersteunen. Dus ik weet ook niet of ik getuige was van ‘de eerste keer’ van dit initiatief, maar wat ik zag vond ik weer ongelofelijk hartverwarmend. Zóvéél mensen bijeen, velen gehuld in kleding waar de Puerto Ricaanse vlag in verwerkt was, die de hele middag salsa dansen, óf toekeken, een mevrouw compleet met een zuurstofapparaat aan haar rolstoel. Jong en oud, geanimeerd, eten uit de koelboxen, ergens werd aan een uitgeklapt tafeltje ook gerummikubt, of wat erop lijkt. En op het laatste rolde er een mevrouw weg, en aan haar elektrische rolstoel wapperde óók de regenboogvlag.

Ik was op het strand van Coney Island. Ik heb twee keer Engels horen spreken, voor de rest was het een mengelmoes van talen die ik niet herkende, behalve het Spaans. Het wordt een cliché, maar ik kan er niet over uit hoeveel verschillende soorten mensen ik zie. Soorten, gezichten, postuur die ik nog nooit eerder gezien heb. En dat ik dus bij de groten hoor. Toen ik op een bankje zat waren drie vrouwen giechelend en lachend foto’s van elkaar aan het maken, en al zittend kon ik ze bijna in de ogen kijken. Al waren er ook enkele reuzen bij, zoals die man die ik de hele dag rommel heb zien opruimen op de boulevard, met een stoffer en een blik. Ik zag zulke imponerende mannen ook in het noorden van Manhattan.

Coney Island is bekend om haar pretpark, die in talloze films voorkomt. Ik stond bij de draaimolen en herinnerde me iets met een spannende achtervolging van de moordenaar, terwijl het slachtoffer van niks  wetend, wat rondliep. Aanvankelijk dacht ik: wat is het klein, dat pretpark, hoe dat in films véél groter lijkt, maar ik had mij vergist, ik was op het kindergedeelte, nostalgisch geverfd, of nog zoals in de oorspronkelijke staat, vanaf 1920. Er bleken nog straten vol grootse attracties te zijn. Alle New Yorkers kunnen dus, als ze dat willen en kunnen betalen, elke dag naar de kermis.

En ja, zo was er nog iets, wat in mijn stoffig brein, iéts betekent: hotdogs en hamburgers bij Nathan’s. Ergens, ooit, in een boek is dat zó smakelijk beschreven dat het is blijven hangen. Dus ik at beide, het was lang geleden, maar nu moest het. Het stelde niet teleur. De laatste keer ‘hotdog’ was een slap lauw knakworstje uit warm water. Nu was het geroosterd met een strak velletje en na erin gebeten te hebben, spatte het sappig uiteen in je mond. Deze ervaring zal ik niet snel vergeten. Héérlijk!