donderdag 15 juni 2023

Dino’s en aanverwant


Het eerst wat ik deed toen ik thuiskwam, was dit filmpje bekijken. Ik was in The Museum of Natural History. Daar is de grootste verzameling van skeletten uit de Dino-tijd ter wereld. Maar ik moest mezelf steeds toespreken: dit is dus écht, dit zijn echte botten. Bij ‘botten’ stel ik mij allereerst voor dat ze grijs-bleek-beige zijn, uitgedroogd of weggeteerd.Maar ze waren donkerbruin, glanzend, met een soort van laklaagje. Mijn rare brein dacht steeds: mooi gemaakt.De wijze waarop de botten aan elkaar waren gemaakt, met degelijk ijzer  en schroeven, nog uit een ander tijdperk, gaf mij steeds het signaal dat ik naar kunst keek, niet naar de geraamten van ooit werkelijk geleefd hebbende dino’s. Steven Spielberg heeft hier ook goed rond gekeken, dacht ik, want meerdere geraamtes zijn bij hem tot leven gekomen. ‘Echt’, ahum.

De allerkleinste, op een stoffig plankje, ontroerde mij ineens en de allergrootste paste niet in de zaal. Verder waren er ook zalen vol diorama’s : écht opgezette dieren in geschilderde landschappen en iets in mijn brein zette de verwarring voort. ‘Leuk geschilderd en driedimensionaal gemaakt’.O nee die dieren, hun velletjes zijn écht, ze hebben ooit geleefd!

Tegen het einde van de middag ging ik weer naar mijn achtertuin, waar ik in de ochtend ook al uit kwam,  en in de middag op uitkeek, het was een dag vol regen. ‘New Yorkers, hou je eigen achtertuin, schoon’, staat er op borden en dat lukt hen héél goed. Ik vond het ineens opwekkend om in de turtlepond  een écht schildpadje te zien bewegen en te zien zwemmen, de tekening op haar schild had iets oers. En de veel verschillende honden draafden op het hondenveld, gehoor gevend aan hun ingebouwde instincten van jacht en luisteren naar degene bij wie ze nu wonen.