donderdag 26 maart 2009

Alles heeft een tijd

Ik heb broeder H. , die buiten het klooster woont, geholpen met het opruimen van zijn zolder. Hij is 80 en heeft het voorkomen van de clichékapucijn: klein en rond: een levensgenieter. Uit oude plastic zakjes en dozen komt dan van alles: een heel kapucijnenleven. Oude pijpen die hij jarenlang rookte en waarvan hij er nu eén van ging bewaren uit nostalgie: sigaren roken hoorde bij de Kapucijn, maar hij koos eigenzinnig als hij is, voor de pijp.

Door hemzelf afgeschroefde bordjes van de kerkbanken met daarop onder andere: Eerw. Zusters en Kerkleiding. Die hadden vroeger hun eigen plaatsen in de kerk. Toen de geest van democratie en gelijkwaardigheid heel kort door de katholieke kerk woei, konden die bordjes wel weg. Of misschien is het eerder de geest van broeder H. zelf, die hem deze bordjes liet verwijderen. Om ze vervolgens toch ergens te bewaren.

Het is vreemd om ook zoveel bekends langs je vingers te laten glijden: Er waren al lang geleden ideëen en voorstellen over de toekomst van het klooster en broeder H. heeft met lede ogen aangezien dat de tijd voorbij is gegaan en zijn vernieuwingsdrift door niemand gehoord werd. Nu lijkt het te laat... dingen gaan en komen. 'Alles heeft zijn tijd,' zeg je dan maar berustend mee met het Bijbelboek Prediker.

Naast stapels en stapels vol goede plannen, oude liturgieën, preken, cursussen die hij gegeven heeft en wat dies meer zij, ook oude tijdschriften. Natuurlijk ook het soort geestelijke lektuur dat je verwachten kan. Toch sprong er ook iets heel anders uit: KIJK. Rafelig en vergeeld, vol zwartwit foto's van strijdende soldaten, uitgemergelde lichamen, puin, verwoesting, ronkende vliegtuigen, wapperende vlaggen en wat dies meer zij: het blad 'wordt om de veertien dagen uitgegeven door den Amerikaanschen Voorlichtingdienst. Het eenige doel van KIJK is Nederland in woord en beeld van wereldnieuws te voorzien totdat de Nederlandsche pers deze taak kan overnemen', aldus het colofon.

De krant van toen dus, van vlak na de tweede wereldoorlog. Vreselijk, wat een beelden, de hel op aarde. Wat lijkt die hele kredietcrisis van nu dan een geneuzel. Een correspondent van het Columbia Broadcasting System zegt over Buchenwald: 'Wij gingen naar binnen... en rond mij drong een afschuwelijke riekende horde. Mannen en jongens strekten hun armen uit om mij aan te raken, zij waren in lompen en de resten van uniformen. De dood had reeds op velen zijn stempel gedrukt... Ik keek over die menschenmassa heen naar den groene velden op de achtergrond waar goed doorvoede Duitschers ploegden...'

Dat dit mogelijk was, denk je aanvankelijk. Slechts gescheiden door prikkeldraad en een sloot was er aan de ene kant een horror 'mensen opgestapeld als takkenbossen', meldt dezelfde Edward Murrow, en aan de andere kant leefden de Duitsers gewoon hun welgestelde geordende leven.Maar met de opkomst van tv, satellietbeelden, Internet, komt het me in tweede instantie voor, dat wij nu exact hetzelfde doen.

Horror en heelheid: het bestaat voordurend naast elkaar.
Alles heeft zijn uur,
alle dingen onder de hemel hebben hun tijd.

Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om wat geplant is te oogsten.
Een tijd om te doden en een tijd om te genezen,
een tijd om af te breken en een tijd om te bouwen...

Zo begint Prediker. En het enige wat je daar zelf aan kan doen is: op een oprechte wijze in jouw eigen tijd te staan en dit te leven. Bewust van de elementen van horror en heelheid, die altijd voordurend aanwezig zijn, overal.