maandag 16 maart 2009

Krijgers en knopen

Veel mensen hebben op onbewust niveau wel eens een kunstwerk van hem gezien, denk ik: van de Japanner Shinkichi Tajiri (1923-2009), die in Baarlo woonde en dit weekend overleden is. Bij de Meeting Point in Schiphol en op Hoog Catherijne in Utrecht staat ze: een gigantische knoop van wel 10 meter hoog van buizen. Het zijn vaak losse knopen, van die knopen die je zó uit elkaar zou kunnen halen.

Hij zegt daarover: 'Met mijn knopen wilde ik een statement maken dat iedereeen zou begrijpen. Knopen zijn van alle eeuwen. Het mooie van de knoop is de harmonie tussen eenvoud en kracht.' Het is zijn antwoord op de conceptuele kunst waar naar zijn smaak veel te veel woorden nodig zijn om het uit te leggen. Ja, dat is natuurlijk zo. Het begrijpen van conceptuele kunst vraagt wat denkkracht en dus woorden. Dat maakt kunst 'elitair', zoals dat dan heet.

So what ? Niet iedereen hoeft van hetzelfde te genieten. We zijn niet allemaal hetzelfde. De knopen van Tajiri: je loopt er zó aan voorbij... tenzij je stil staat en toch ook weer je denkkracht gebruikt. Er is een keer geweest, dat zijn knopen écht bij me binnen kwamen. Ze riepen op de een of andere wijze vaart, beweging en dynamiek op. Ze zeiden me iets over het onaffe van de vele dingen des levens. Hoe zo'n knoop nog makkelijk te ontwarren is. En hoe je hem ook zó zou kunnen aantrekken, dat hij onontwardbaar zou worden...

Ik ben er toen een mandala van gaan tekenen. In een cirkel op papier tekende ik enkele knopen van hem, verbond ze aan elkaar en kleurde ze in. Het leek op een soort kluwen en op het eerste gezicht zonder de uitstraling van harmonie of evenwicht dat een mandala hoort te hebben. Maar voor mij en op het tweede gezicht, zei het me wel wat over de uiteindelijke eenheid en verbinding van alle verschijnselen in het leven.

Tajiri heeft ook zeer grote wachters gemaakt die op een brug van Venlo staan. Krijgers als symbolische hoeders van de stad. Hij schijnt geheel beïnvloed te zijn door de Tweede Wereldoorlog. 'De nachtmerries, de doden, de gewonden, ze blijven. De enige manier om er mee te leven, is om beelden te maken.' Krijgers dus, van gietijzer en gips, een statement tegen oorlog en agressie.

'Het is een heel dunne lijn waarop je balanceert in de oorlog. Vlak naast je sneuvelen mensen. Een paar honderd meter verderop lopen mensen die jou willen doden. Met mijn beelden probeer ik daar vorm aan te geven.' Intrigerend, dat hij van die krijgers én van die knopen heeft gemaakt. Het lijkt wel of je pas wat van het goede van het leven krijgt, als je bereid bent om de knopen op je weg te ontknopen. Daar heb je krijglust voor nodig: om te geloven in de ontknoping.