zaterdag 14 maart 2009

Sylvia Plath

Gisternacht de vrijdagavondnachtfilm bekeken op Nederland 2: Sylvia Plath, Amerikaanse dichteres. Een biopic over haar leven met de Engelse dichter Ted Hughes en hun twee kinderen. Omdat ik al wist hoe het zou eindigen: zij vergast zichzelf in haar keuken, kijk je als het ware achterstevoren. Hoe kan het zover komen?

Ted Hughes is op heel jonge leeftijd al een gevierd dichter, Sylvia worstelt haar leven lang om er een te worden. Zij raken betoverd en verslingerd aan elkaar door de macht der woorden, maar uiteindelijk bakt Sylvia taarten en pasteitjes en produceert nauwelijks. Haar bundel Colossus krijgt eén goede recensie en om Ted zwermen de bewonderaars als bijen rondom honing.

De muziek in de film is slepend en het verhaaltempo laag, zodat ook met af en toe indommelen mijnerzijds, de film goed te volgen was en deze bij het ontwaken nog helemaal in me zit. Dus zocht ik twee gedichtenbundels op van beide. Wat maakt het dat hun liefde heftig, opslorpend, vitaal en tegelijkertijd tot de ondergang bestemd was?

Sylvia maakt er een einde aan en misschien is het de botsing van twee totaal verschillende energievelden die daarvoor zorgde. Haar poezië staat bekend om de dreiging en het onheilspellende dat erin verweven is. Iets waar je geen vat op kunt krijgen maar wel overal broedt. Zij dicht in Mystic, een van de gedichten die ze schreef in de laatste negen maanden van haar leven: The humpback in het small, washed cottage/ Under the spokes of the clematis./Is their no great love, only tenderness?

Ted Hughes poezië ademt een grote vitaliteit en levenskracht uit. Een vanzelfsprekende 'flow', zouden we tegenwoordig misschien zeggen. Als Sylvia de gebochelde was, dan was hij misschien de otter waarover hij dichtte: Underwater eyes, an eel's/oil of waterbody, neither fish nor beast is the otter;/ Four legged yet water-gifted, to outfish fish;/ (...) Does not take root like the badger. Wanders, cries;/Gallops along land he no longer belongs to;/ Re-enters the water by melting.

Sylvia vervolgt haar gedicht met: Does the sea/ remember the walker upon it?/Meaning leaks from the molecules./ The chimneys of the city breathe, the windows sweats,/ The children leap in their cots. The sun blooms, it is a geranium./ The heart has not stopped.
In de film zie je haar verwoede pogingen om gewoon te leven en lief te hebben en tegelijkertijd een gebrek aan vertrouwen en vanzelfsprekendheid om dat te doen. Tegen haar wil in ziet ze overal complotten en hinderlagen die ze vervolgens op Ted projecteert.

Ted verzet zich, maar doet uiteindelijk dat waar zij bang voor is: hij gaat vreemd, terwijl zij steeds bang was dat hij dat deed en haar verlaten zou. Maar Ted is een otter, hij verlaat haar niet, hij ontworstelt zich alleen aan haar trage element van wantrouwen en het-zo-erg-haar-best-doen.

Zijn gedicht gaat zó verder: Of neither water nor land. Seeking/ Some world lost when first he dived, that he cannot come at since'/ Takes his changed body into the holes of lakes;/ As if blind, cleaves the stream's push till he licks/ The pebbles of the source; from sea / To sea crosses in three nights/ Like a king in hiding ...

De Otter en de Gebochelde: Ted en Sylvia; hoe kan dat ooit maar voortduren? Pas na haar dood verwijlen ze weer in hetzelfde element. Hij vind Ariel, een gedichtenbundel die Sylvia Plath tot een icoon zal maken van de felle, hartstochtelijke, furieuze, strijdende vrouw van de twintigste eeuw. Hij draagt zorg over haar nalatenschap. In hun woorden stromen ze weer met elkaar, al is Sylvia Plath allang van de aardbodem verdwenen.